45
Tandoe Snethlage.
De tandoe model Snethlage heeft in sommige opzichten zeer
goed, in anderehoewel bruikbaar weermindei voldaan. Langs
vlakke paden, breede galangans, wegen met zacht glooiende
hellingen, vooral bij gewonden met buikschoten en breuken
van armen en beenen en bij het vervoer van gewonden en
zieken van uit de ziekenzaal, eenige trappen benedenwaarts
naar het operatie-huisje, heeft deze tandoe zeer goed voldaan.
Daar zij vlak gespannen is, liggen de patiënten er rustig, goed
gestrekt en behagelijk in, terwijl de gefractureerde ledematen
behoorlijk gesteund kunnen worden. Op smalle, sterk kron
kelende paden en langs steile hellingen voldeed zij minder goed,
omdat in het eerste geval de zijdelingsche schommelingen
steeds eene zekere zijdelingsche helling aan de vlakke tandoe
gaven, waardoor steeds neiging voor den gewonde bestond om
naar een der zijkanten af te glijden, waartegen hij zich actief
moest verzetten door zich aan de zijkanten of aan de bamboe-
pikoelan vast te grijpen. Waren de armen niet gekwetst, dan
kon zoo'n gewonde zich nog vrij goed op deze wijze redden.
Dat evenwel een dergelijk transport van eenigszins langen duur
voor den lijder zeer pijnlijk, afmattend, dikwijls beangstigend en
door dit alles ten laatste onhoudbaar wordt, is na het boven
staande begrijpelijk. In sterkere mate was zulks het geval,
wanneer een of beide bovenste extremiteiten gewond waren,
zoodat de lijder öf gebrekkig of in het geheel niet het afglijden
actief kon voorkomen. Bij steile hellingen bestond, hoewel
in veel mindere mate, hetzelfde euvel van kans tot afglijden,
doch nu in overlangsche richting, waartegen de gewonde zich
weer actief moest verzetten. Waren beide of een der onderste
extremiteiten ongedeerd, dan was een aangebrachte voetsteun
voldoende om het afglijden te verhinderen, hoewel dan toch als
regel ook nog één of heide armen in actie gebracht werden om
eene voldoend rustige houding van het lichaam te waarborgen.
Daarbij komt nog een andere onaangenaamheid, nl. dat de dragers,
doordat de tandoe vrij laag boven den grond hangt, geen behoor
lijke controle op hunne voeten kunnen uitoefenen, waardoor zij
langs oneffene paden herhaaldelijk struikelden, hetgeen weer voor