61
het gebouw, zoowel rechts als links en op 1 M. hoogte, bevond
zich (zie Plaat II fig. 3) een onder het afdak der woning,
M. breed, van bamboe-latten vervaardigd horizontaal uit
bouwsel, waarop voldoende ruimte aanwezig was tot opberging:
der goederen, etensborden enz. der lijders. De linkerzijwand
dezer afdeeling was over de geheele gebouwlengte, tot ter
hoogte van dat uitbouwsel, met bamboe-vlechtwerk afgesloten,,
ten einde de lijders te beschutten tegen wind en inslaanden
regen; aan den anderen zijwand waren matten rolgordijnen
aangebracht, die, evenals in de benedenafdeeling, overdag opge
haald, 's nachts of bij slecht weer of harden wind neergelaten
konden worden. Ten einde bij brandgevaar over voldoende uit
gangen te kunnen beschikken, werden breede en gemakkelijke
noodtrappen aangebracht: één rechts van het gebouw en twee
aan de achterzijde, terwijl twee petroleumblikken gevuld met
water steeds op een gemakkelijk bereikbare plaats in het cen
trum der afdeeling gereed stonden tot onmiddellijk gebruik.
Tusschen de steunpalen in het midden der woning vonden de
horden en gendies, gevuld met gekookt water, op een bamboe
stelling met matten overdekt hunne plaatsing.
Verlichting der ziekenzaal.
Tot verlichting der ruimten in de ziekenzaal werd gebruik
gemaakt van een bollantaarn, de acethyleen-lamp der ambu
lance en als regel nog van 2 dergelijke van de brigades ge
leende lampen, somtijds ook van een paar gewone flesschen
gevuld met olie, waarin een groote pit. Aangezien de car
bid-brander der ambulance tamelijk spoedig defect was, de
dito lampen der brigades bij goede lichtuitstraling slechts een
betrekkelijk gering aantal uren brandden en een tweede bol
lantaarn als regel niet gemist kon worden, had men af en toe
met onvoldoende verlichting der groote ruimten der ziekenzaal
te kampen. Aanbeveling zoude het daarom verdienen elke
ambulance, behalve met eene goed en lang brandende carbid
lamp, ook toe te rusten met minstens 2 stevige bollantaarns,
voorzien van zeer lichtgevende branders, de carbid-lamp in t
bijzonder tot bijlichting van patiënten die plotseling hulp
noodig hebben (bv. onderbinding van spuitende bloedvaten, bij