74
den colonnecommandant en de bij dezen aanwezige reserve
brigades. Terwijl de ambulance bezig was eenige gewonden
waaronder een met eene zware bloeding uit de arteria tempo
ralis op een nogal zwaar beschoten terreinstrook te verbin
den, zocht en vond de colonnecommandant meer zijwaarts een
terreindekking, waarachter gewonden en personeel beter bevei
ligd waren. De rest van het hospitaalpersoneel bevond zich
met de overtollige ambulance-kisten bij den trein, alwaar de
sergeant-ziekenopzichter in opdracht had voor de gewonden
van Gemoejang en andere zieken, eventueel nieuw verkre
gen gekwetsten bij den trein zorg te dragen. Toen de briga
des de versterking binnendrongen en de colonnecommandant
daarop onmiddellijk volgde, moesten eerst vóór de borstwe
ring nog eenige gewonden onder zijdelingsch vuur verbon
den worden, waarna de ambulance der aanvalscolonne met
alle tot dusver verkregen gewonden door de gemaakte opening
in de versterking kon komen. Dit laatste ging met groote
moeilijkheden gepaard, daar de borstwering vrij hoog, de ge
maakte opening betrekkelijk klein was en overal aangepunte
bamboe en randjoe's dicht opeengeplant stonden, terwijl aan
de achterzijde de aarden wal loodrecht en diep naar beneden
afliep in eene droge sloot. Na verdrijving met karabijnvuur
door de dekkingsbrigade der ambulance van eenige gewapende
vijandelijke vluchtelingen die in onze richting trachtten te
ontkomen, daarop verwijdering van randjoe's, 't uittrekken
van stukken der stevige bamboe-ompaggering, het aanbrengen
aan buiten- en binnenzijde van lange schuine loopplanken, kon
den de tandoe's met gewonden, de loopende gekwetsten en de
benoodigde ambulance-kisten met de ambulance, onderdekking
van bovengenoemde brigade maréchaussee, den door den colon
necommandant in de kampong genomen weg volgen. Op kor
ten afstand achter de ageerende brigades werd daarna op een
gunstig, goed beschaduwd, zooveel mogelijk naar alle kanten
te overzien, open kampong-terrein de hulpverbandplaats inge
richt, waar de reeds geholpen verbondenen van buiten de ver
sterking onder eenige aanwezige overdekte lage hutjes op mat
ten werden neergelegd, de nieuwe gekwetsten onder handen
genomen, terwijl de rest van het bij den trein zich bevindend