75
hospitaalpersoneel ter assistentie werd opgeroepen. Bij aan
komst bij mij deelde de sergeant-ziekenopzichter mij mede, dat-
bij den trein, ten gevolge eener beschieting in den rug door
opdringende benden in het omliggend heuvelterrein, een 4-tal
personen gewond waren, waarvan een dwangarbeider ernstig:
door een schot dwars door de linker bovenkaak. Patiënt had
bij aankomst in de hulpverbandplaats reeds zeer veel bloed
verloren, doch het gelukte mij met behulp der Bellocsche sonde
de neusgangen voor en achter stevig te tamponneeren, waar
door de continueele bloedafvloeiing naar de neuskeelholte tot
staan gebracht werd. Te 11£ uur 's morgens werd het eerste
verband aangelegd, te 5 uur 's namiddags het laatste. Alle ge
kwetsten werden daarop zoo spoedig mogelijk in een ruime wo
ning in dezelfde kampong gehuisvest, welke woning de volgende
dagen steeds gerieflijker werd ingericht, verbeterd en uitgebreid,
zoodat ten slotte daarvan een tijdelijke ziekenzaal is geworden,
die reeds vroeger in dit rapport uitvoerig beschreven werd.
Den dag volgende op de vermeestering van het kampong-com
plex was te 11 uur 's morgens het verbandhuisje gereed en
kon daarna onmiddellijk worden overgegaan alle gewonden
nauwkeuriger te onderzoeken en chirurgische kunstbewerkingen
te verrichten, hetgeen, met een half uur rust tot nuttiging van
het middagmaal, 's avonds te 6 uur geëindigd was.
4 April. Versterking Bciclaq.
's Morgens vroeg te 4 uur marcheerde de aanvalscolonne met
ambulance en alle beschikbare tandoe's af naar Badaq, dat te
5i uur bereikt werd. De Europeesche soldaat-ziekenverpleger
en één Amboineesch soldaat-ziekenverpleger bleven te Koetö-
Lintang achter ter verzorging der lijders in de ziekenzaal.
De aanval begon te 5f uur, te 6| uur waren de brigades-
binnengedrongen. Aan de aanvalscolonne werden op last van
den colonnecommandant toegevoegd, eerst een Amboineesch
soldaat-ziekenverpleger (Tanod), later de Europeesche sergeant-
ziekenopzichter Zeiler, met de noodige verbandmiddelen, die-
de gekwetsten onder zeer moeilijke omstandigheden en zwaar
vuur voor de versterking moesten verbinden (zie Plaat II hg. 10)..