4
den en daarna gelijkelijk naar den rand, ontstond verder een
platte cirkelvormige schijf ter dikte van 1—IJ c.M. Nadat
eenige van deze platte koeken waren gevormd, werd een ge
deelte van het houtvuur uit een der fornuizen in een laag van
5 c.M. dikte op den grond uitgespreid. Nadat deze laag, be
staande uit sintels, zoover was afgekoeld dat geen der stukken
meer gloeide en ook niet meer vlamde, werden de koeken op
de sintels uitgespreid. De koeken werden nu en dan gekeerd,
totdat zij gaar waren. Dat gaar worden is merkbaar aan het
zwellen en door met een stokje op den koek te drukken, waar
bij de koek veerkrachtig moet aanvoelen. Deze brooden noemde
de heer Goodliff „Johny-cakes."
De korst was wit, op enkele plaatsen verkoold en lederach
tig op het gevoel. Het binnenste gaf den indruk van weinig
gerezen brood, was veerkrachtig en geleek in uiterlijk en smaak
veel op het zg. huisbakken brood, dat ten platten lande in
Nederland door ver van dorpen wonende boeren en arbeiders
wordt gebruikt.
Warm zijnde was de smaak vrij aangenaam, te oordeelen
naar het feit, dat de Johny-cakes door de omstanders, eenige
officieren en een tiental fuseliers, geheel verorberd werden. De
geheele bewerking duurde ongeveer 15 minuten. De eerste
brooden waren 10 minuten na het uitstorten van het meel
op de aanrechtbank gereed. Een volgende proef had plaats
op het exercitieterrein nabij het troepenkampement.
De kwartiermeester van het garnizoen had gezorgd voor een
hoeveelheid meel en het noodige poeder. Een houtvuur was
een uur te voren aangelegd. De bewerking geschiedde nu door
fuseliers, onder toezicht van den heer Goodliff. Ook vervaar
digde de heer Goodliff thans een zg. damperdat is een
brood van grooteren omvang, kunnende dienen, hetzij voor meer
dere personen voor één maal, of voor één persoon gedurende
eenige dagen. In Australië bleef zoo'n brood, dat in de za-
deltasch werd medegevoerd, gedurende 4 dagen goed.
De bewerking van het deeg was evenals die voor de Johny-
cakes; evenwel moest zorg gedragen worden, dat de koek uit
een homogene massa deeg bestond en er geen plooien in ont
stonden. Die plooien ontstaan veelal, wanneer men nog niet den