81
Penosan, vertrok de colonnecommandant met de aanvalsbriga-
des, ambulance en alle beschikbare tandoe's te 7J uur 's morgens
van Koetö Lintang en bereikte te 11 uur de sawah-vlakte rondom
genoemde kampong gelegen, waarop te 1H uur de aanval begon
aan de aanvalscolonne werden toegevoegd 2 Amboineesche
soldaten-ziekenverpleger, met de noodige verbandtasschen en 6
tandoe's. Met het oog op het groote aantal gewonden dat in de
ziekenzaal aanwezig was, werden door mij de sergeant-zieken
verpleger Zeiler, de Europeesche soldaat-ziekenverpleger Stoker
en nog een Amboineesch soldaat-ziekenverpleger te Koetö Lintang
achtergelaten, terwijl, behalve de rest van mijn hospitaalperso-
neel, nog medegingen de Europeesche korporaal-ziekenverpleger
Talsma en de andere soldaten-ziekenverpleger uit Koeala Sim
pang. De officier van gezondheid der 2e klasse Blankenberg, juist
2 dagen te voren aangekomen, vergezelde mij en assisteerde bij
de behandeling der gewonden.
De hulpverbandplaats werd ingericht op een licht verhoogd,
droog stuk gawah-terrein A, in front en aan de linkerzijde begrensd
door een 30 c.M. hooge galangantusschen dit eenigste stukje
droge grond en de 200 M. daarvan gelegen versterking bevond
zich overal natte sawah met jongen rijstaanplant, zoo ook zij-
en achterwaarts der ambulancerechts bevond zich een vervallen
sawah-huisje, daar naast een oude vrij hooge sawah-dijk en een
hooge, weinig schaduwgevende boom, waaronder de trein opge
steld werd, en meer achterwaarts de kleine kampong Gëgarèng
(zie Plaat III, fig. 12). Deze plaats der ambulance was betrek
kelijk ongunstig:
le. omdat zij te ver van de versterking afgelegen,
2e. aan te groote zonnehitte blootgesteld, en
3e. te ver van goed water afgelegen was.
Op de mogelijkheid van dit laatste was door mij gerekend
daarom waren eenige petroleumblikken met gekookt water me
degenomen, die dan ook goed te pas kwamen. Om het tweede
bezwaar te ontgaan, werden alle gewonden zooveel mogelijk in
het kleine sawah-huisje onder dak gebracht, en achter de hooge
galangan G, waarop nog eenig overhangend schaduwgevend
struikgewas groeide. De plaats onder den grooten schaduw-
boom was al zeer ongeschikt; het terrein was hier wat buit-
Bijl 15 6