95
neeschen maréchaussee, getroffen in de rechter frontaalstreek
door eene donderbuslading; bij dezen gewonde lag, na ver
wijdering van twee tamelijk groote en onregelmatig vervormde
projectielen uit het rechter voorhoofdsbeen, het pulseerend harde
hersenvlies bloot; patiënt kwam zonder bijkomende complicatie
van hersenvliesontsteking te Koeta Radja aan, is thans zoogoed
als hersteld. Verder bevonden zich onder de hoofdschoten
twee, waarbij de kogel bij den een in de rechterbovenkaaks-
holte, bij den ander dwars door de linkerbovenkaaksholte in
den ondersten neusgang was blijven zitten; beide projectielen
werden verwijderd.
Borstschoten.
Behalve het schot in de borst bij luitenant W., dient ge
noemd een borstschot bij een inlandsch fuselier, waarbij het
centrum van het borstbeen ter hoogte van de inplanting der
2e rib versplinterd was en eene onregelmatige doorboring ver
toonde. Na verwijdering van deze beensplinters kon nergens
het projectiel gevonden wordeneene diepe sondeering was
gecontraindiceerd, aangezien op den bodem der kleine opening
duidelijke pulsatie zichtbaar was, naar de topographische ver
houdingen vermoedelijk afhankelijk van het opstijgende deel
van den aorta-boog. Iu de volgende dagen werden nog steeds
kleine zich afstootende beenstukjes verwijderd; eens werd een
licht slurpend geluid waargenomen, zoodat vermoedelijk ook
een zeer kleine opening in het borstvlies aanwezig was. Op den
dag van evacuatie naar Koeala Simpang was de wondopening
in het borstbeen gesloten en voorzien van goede granulaties,
zoodat alleen een oppervlakkige huidwond overbleefpatiënt was
en bleef koortsvrij. Penetreerende borstschoten, met verwonding
dus van de organen der borstholte, kwamen niet voor.
Buikschoten.
Onder de schotverwondingen bevonden zich vier penetree
rende buikschoten, van welke twee genazen.
Een dezer gekwetsten, met schotkanaal dwars door den bo
venbuik, bezweek een halven dag na de verwonding; een tweede
ongeveer 2^ dag daarna; bij dezen laatste werd bij de sectie