100 bloedvaten heenstrijken, is eene verwonding van de wanden dier bloedvaten allicht mogelijk, welke kwetsing haar gevaarlijk en ven adellijk kaïakter daaraan ontleent, dat zij in de eerstvolgende dagen zonder verschijnselen verloopt, om dan van den 6en tot den lOen dag plotseling door spontane bersting van het bloedvat tot doodelijke bloedingen aanleiding te geven. Het eerste dier ge vallen had plaats bij den Amboineeschen maréchaussee Patiasina, die bij evacuatie naar Koeaia Simpang den 2en dag van het ver voer eene zeer heftige, niet te stelpen, arterieele bloeding kreeg uit eene wond in de rechterokselholte, waaruit ik in de diepte en in de nabijheid der art. axillaris een dergelijk onregelmatig piojectiel, na de huidincisie, verder stomp verwijderd had. De eerste 8 dagen na de verwonding, gedurende welken tijd patiënt te Koetö Lintang nog onder mijne dagelijksche behandeling bleef, was van eene okselbloeding nimmer iets waar te nemen; de wond stond gunstig, was niet geïnfecteerd. Den 2en dag van het transport, dus den lOen dag na de verwonding, had het incident plaats, waarbij de lijder, volgens de mij door den transportcommandant en de beide vergezellende Amboineesche soldaten-ziekenverpleger verstrekte inlichtingen, aan verbloeding moet zijn overleden. Het tweede geval betrof den inlandschen fuselier Rakimin met een schot in den rechter bovenarm, waarbij de kogel langs de art. brachialis moet gegaan zijn. Dit projectiel, in 8 lood- en poiseleinscherven versplinterd, werd eenige uren na de ver wonding, aan de achter bovenzijde van den rechter bovenarm, per incisie verwijderd. Gedurende 7 dagen vertoonde de arm bij de dagelijksche verbandwisseling niet de minste neiging tot bloeding, de wond stond gunstig, was niet geïnfecteerd. Den 8en dag weid ik in het bivak te Koetö Lintang 's namiddags te 8 uur door den sergeant-ziekenopzichter met spoed geroepen, daar genoemde Rakimin plotseling zóó heftig door zijn verband bloedde, dat hij genoodzaakt was geweest onmiddellijk een Esmarch schen schlauch aan te leggen. Bij onderzoek bleek inderdaad, bij gedeeltelijk losmaken van dien schlauch, eene heftige arteiieele bloeding te voorschijn te komen, om welke leden onmiddellijk tot blootlegging en onderbinding der art. biachialis werd overgegaan. Na blootlegging van den vaatstam

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 352