109 Dan in de Alaslanden: 12 Juni (na een boschtocht van 6 dagen) te Lawé Sagoe te Banabèl Karö Batak 83 zieken 11.5% der colonnesterkte» 23 Juni 53 7.3% 26 52 6.6% 27 54 6.8% 5 Juli 53 6.4% 8 60 7.3% 16 54 9.5% 19 90 17.6 Koetö Pinang Pak-paklanden Sëdihalang Bekara Pageran Pisang van deze 17.6 waren 4.5 F. I., 4.5 enteritis acuta en. 7,7 vulnera reliq en eczemen. Evenwel dient niet uit het oog te worden verloren, dat een- groot deel der zieken, die na de langdurige boschmarschen onder behandeling kwamen, lijdende waren aan voetwonden en eczemen die geen van alle van ernstigen aard waren; het contingent der bepaald interne ziekten moet daardoor veel lager aange slagen worden dan de bovenopgegeven totaal cijfers. Wat nu enkele ziekten in het bijzonder betreft, het navolgende. Ge vallen van febris intermittens kwamen bij deze betrekkelijk groote colonne in gering aantal onder behandeling, hetwelk mijns inziens voor een groot deel moet worden toegeschreven aan een zoo consequent mogelijk doorgevoerde chininiprophy- laxis; de grootste cijfers toonden de volgende dagen: 22 Mei 27 gevallen 2.4 der colonnesterkte. 19 Juni 20 2.7 21 23 3.1 22 27 3.7 23 31 4-3 26, 27 20 2.5 17 Juli 20 3.5 19 26 4.5 Het maximum aantal F. I. lijders werd dus bereikt op 23 Juni met 31 lijders 4.3 der colonnesterkte, het grootste den 19en Juli te Pageran Pisang met 4.5%; gemiddeld was dat- JJ JJ jj JJ JJ JJ jj JJ JJ JJ jj JJ JJ jj JJ JJ JJ jj JJ JJ JJ jj JJ JJ JJ jj JJ JJ JJ JJ JJ JJ JJ JJ JJ JJ JJ n JJ

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 361