Ill Perboeloehan 12 Juli 21 Litong 14 Juli 26 =4.5% der colonnesterkte. Bekara 16 20 Pageran Pisang 19 Juli 26 =4.5% der colonnesterkte. Meerendeels bleef het ziektecijfer schommelen om en bij de 10 daags, meestal daar beneden. Het aantal aan enterities chronica overledenen bedroeg 2, beiden dwangarbeiders. Wat de febris typhoidea betreft, zoo kwam daarvan in het begin van den tocht één geval voor, dat lethaal verliep. Den 5en Mei kwam te Koetö Lintang voor het eerst weer een geval onder observatie; het aantal steeg daarop den. 9en Mei tot maximum 4, om den 23en Mei, na herstel dezer patiënten, tot nul te dalen. Later deden zich nog een paar sporadische gevallen voor en van den 23en Juni af trad te Barnbèl eene kleine epidemie op tot een maximum van 14 gevallen; de lijders werden den 29en Juni allen naar Medan geëvacueerd. Deze epidemie was, in verband met het incubatietijdperk, hoogst waarschijnlijk toe te schrijven aan het onreine drinkwater in de kampong Djabo (complex Goempang), alwaar de colonne een dag bivakeerde op haren marsch uit de Gajo-Loeös naar de Alaslanden. Op den verderen tocht naar Siboga deden zich nog twee geval len voorde patiënten werden naar Koeta Radja medegenomen. Aan deze ziekte overleden 5 personen, waarvan 1 officier der mobiele colonne, 1 maréchaussee, 1 inlandsch korporaal der mo biele colonne Koeala Simpang, 1 Atjehsche koelie en 1 dwangar beider. Bij de behandeling dezer typhuslijders kwam vooral het groote nut aan den dag van het in voorraad hebben eener groote hoeveelheid voor hen geschikte ververschingsartikelen, zooals blikkenmelk, pepton, sago, maizena, poedercbocolade en suiker. Yan Proctitis kwamen slechts zeer enkele gevallen onder behandeling. Een lijder aan een para-appendiculair absces, ver moedelijk ontstaan na en in aansluiting met eene rechtszijdige groote en diepe phlegmone van de kuit, kwam ter operatie, de patiënt werd later geëvacueerd en genas volkomen. Lijders aan bronchitis acuta en chronica, in 't algemeen ziekten der luchtwegen, kwamen het meest voor gedurende ons verblijf te Kong in de Laut-streek, 10 per dag (17 Februari), daarna te Koetö Rajang in de Isaq-streek 11 per dag (23 Fe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 363