112
bruari) vervolgens te Rëröbö 19 per dag (11 Maart), na" den
zwaren boschtocht over 't hooggebeigte van Isaq naar Kla. In
de volgende maanden was het ziektecijfer zeer gering.
Pneumonieën kwamen ook onder observatie, maximum 5 ge
vallen (meest dezelfde patiënten) te Koetö Lintang op 31 Maart,
1 en 2 April; nadat deze lijders genezen waren, deden zich
later nog slechts een paar gevallen voor. Aan pneumonia ca-
tairhalis duplex overleden 2 lijders, beiden dwangarbeiders.
Een groot contingent aan lijders werd geleverd door vulnera,
reliqua en eczemen, die vooral op den voorgrond traden na
langdurige boschmarschen waarbij herhaaldelijk rivieren door
waad moesten worden en voortdurend veel last werd onder
vonden van kleine boschbloedzuigers, welker wonden als regel
tot ontstekingsprocessen aanleiding geven. Het grootste aantal
dezer ziektevormen werd behandeld op den 12en Juni, na den
boschmarsch van de Gajo-Loeös naar de Aiaslanden, nl. totaal
65 9 der colonnesterkte en op den 19en Juli bij aankomst
te Pageran Pisang, nl. 44 7.7 der colonnesterkte.
Groot nut trokken wij bij de behandeling der patiënten
van de groote voorraden boor-, zink- en diachylonzalf waarvan
bovendien steeds afzonderlijk aan de brigadecommandanten hoe
veelheden verstrekt werden ter uitdeeling aan de manschappen
die het noodig hadden. Vermelden wij nog een geval van fraaie
varicella syphilitica en één van lethaal verloopende meningitis
in aansluiting aan eene chronische otitis media met caries van
den processus mastoidens, dan zijn hierboven daarmede de voor
naamste ziekten besproken.
Zoude men in algemeene trekken den gezondheidstoestand
der colonne op de verschillende tijdstippen der excursie willen
aangeven, zoo kan gezegd worden dat die, tot het ver blijf in de
Lautstreek, zeer gunstig was, in de Lautstreek echter iets minder
gunstig door het optreden van eenige aandoeningen der lucht
wegen en van het darmstelsel, als gevolg van het guur en win
derig, dikwijls mistig klimaat. De toestand bleef verder gunstig
totdat de ontberingen van den tiendaagschen boschtocht
Het bezadigde rapport wjjst ontegenzeggelijk op den grooten invloed door
ontberingen gedurende langdurige marsehen en in boschbivaks geleden, 't Is
zeker te betreuren dat geen rustdag kon worden toegestaan. (D. v. O. Vide afd.)