127 bovendien onder sommige omstandigheden van het terrein ook overbodig. In bergstreken nl., zooals het Gajo-gebied en de Alaslanden, waar de colonne gedurende hare boschmarschen snelstroomende en kristalheldere riviertakken langs en overtrok, aan welker bovenstroom geen kampongs gelegen waren, is dit water wel van zoodanige zuiverheid, dat het gevaar voor infectie als buitengewoon gering beschouwd moet worden; hier bezoigde de drinkwater-kwestie ons ook meestal weinig zorgen. Anders daarentegen was het bij marschen in de vlakten, waar de afval der kampongs en de faecaliën den hoofdstroom en zijne zijtakken verontreinigden, alsook bij oponthoud in de kampongs zelve. Hier spreekt het drinkwatervraagstuk wel degelijk een ernstig woordje mede en zoude een reserve-voorraad thee of ge kookt water bij de marcheerende colonne medegenomen van groote prophylactische waarde zijn. Op deze wijze zoude vermoedelijk de kleine typhus-epidemie te Bambèl uitgebroken, welker oor zaak gezocht moet worden in het verontreinigde kampong water van Djabö, te voorkomen geweest zijn. Eene proef in deze rich ting te nemen zoude zeker, al bezorgt ze den colonnecommandant een ietwat grooteren trein, volkomen gewettigd zijn. De putten in de als regel vuile en modderige kampongs, waar de grond veelal met karbouwen- of koeien-faeces doortrokken was, wer den steeds voor drinkwater-gebruik gesloten, daar het daarin aanwezige water in de meeste gevallen wel als verontreinigd met zakwater mocht worden aangenomen en dus onbetrouw baar; het drink- en kookwater werd daarom uit de langs de kampongs stroomende riviertakken genomen. Bij de inrichting van bosch-, kampong- en tijdelijke bivaks voor langeren tijd werd steeds zoo mogelijk de plaats zoodanig gekozen, dat een snelstroomende rivier of zijtak van voldoende capaciteit met helder water in de onmiddellijke nabijheid was; zulk een plaats kon evenwel om bijzondexe redenen niet altijd bovenstiooms van andere kampongs genomen worden. Zoo lang ons bivak Koetö Lintang bv. dicht benedenstrooms van Penampakan en was dus een herhaald waarschuwen mijnerzijds tegen het ge bruik van het ongekookte rivierwater, hoewel hierin meestal een goede stroom stond, voortdurend noodig en, met het oog op de groote zorgeloosheid van velen, zeker niet overbodig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 381