128
e. Inrichting der bivaks.
Ie. Boschbivaks.
Deze waren al zeer eenvoudig ingericht. Aan een bergstroom
van voldoende capaciteit werd 's namiddags halt gehouden, de
plaatsen voor de verschillende brigades aangewezen, daarbinnen
de dwangarbeiders gelegerd, terwijl de ambulance steeds zoo
dicht mogelijk bij de officiershutjes verblijf hield met het oog-
op onderzoek en behandeling der lijders; als regel moesten de
aangewezen plaatsen schoongekapt worden. De hutjes werden
van dunne boomstammetjes met hellend afdakje opgetrokken,
de bedekking bestond uit bladeren en de ligplaatsen werden
opgehoogd met bladeren of varens.
De bedekking der officiershutjes bestond uit imitatieleder;
bij enkele brigades waren rechthoekige stukken zeildoek in be-
pioeving, die oveidag als spekzak werden opgevouwen; bij
de ambulance werden later matten bedekkingen toegepast en
zoo mogelijk, indien er voldoende voorraad over was, ook mat
ten onderlagen voor de lijders.
Elk der manschappen en dwangarbeiders zorgde zelf voorde
toebereiding zijner spijzen en dranken; voor de zware zieken
zorgde het hospitaalpersoneel.
Privaten werden natuurlijk niet ingericht, het baden geschiedde
benedenstrooms van het officiersverblijf, evenals het uitspoelen
en wasschen der kleeren.
2e. Kampongbivaks van korten duur.
Indien slechts voor één nacht in eene kampong het bivak
betrokken werd, bepaalden de werkzaamheden der inrichting
zich alleen tot het wat schoonmaken van het inwendige der
woningen waarin de nacht zoude doorgebracht worden; de
verdere regelingen waren dezelfde als die bij boschbivaks, alleen
werd steeds de strenge last uitgevaardigd, dat nimmer in of
onder de huizen gekookt mocht worden met het oog op brand-
gevaaizooveel mogelijk werden ook de dwangarbeiders niet
onder, doch in de woningen gehuisvest; dit was dikwijls be
paald noodzakelijk met het oog op guur of regenachtig weer, ten
einde aldus het onnoodig ziek worden van hen te voorkomen.