130
dagelijks werd het kampongvuil verzameld en op een terrein-
strook benedenstrooms zooveel mogelijk verbrand; de inacht
neming der grootst mogelijke reinheid was vooral geboden dooi
de milliarden vliegen die op al het afval aasden en van welke
plaag men zich onder andere omstandigheden nauwelijks eene
voorstelling kan maken. Privaten voor maréchaussee's en dwang
arbeiders werden benedenstrooms gebouwd; zulks was bepaald
urgent te noemen daar in den aanvang onbekenden er geen de
minste gewetensbezwaren tegen maakten, vooral gedurende de
nachten, hunne faeces frisch weg in de enceinte der kampong-
of in hare naaste omgeving te deponeeren, waardoor de reuk
organen in het bivak nu dagelijks niet bijzonder gestreeld wer
den. De ziekenzaal had, zooals vroeger reeds beschreven werd,
hare eigen dag- en nachtprivatenevenzoo was er voor de
officieren afzonderlijk eene dergelijke inrichting en bovenstrooms
daarvan een badkamertje gebouwd. Het slachten der karbouwen
en koeien geschiedde steeds buiten de kampong, zoo ver mogelijk
benedenstrooms, eerstens om gespaard te blijven voor den onaan-
genamen geur der in de zon drogende skeletten van de ge
slachte dieren, tweedens om van de vliegenplaag verschoond te
blijven, derdens om alle onbruikbare weefseldeelen dezer run
deren onmiddellijk te kunnen wegwerpen en te doen afdrijven.
Het stampen der paddie geschiedde liefst zoover mogelijk in
eenen uithoek van het bivak, ook alweer om daardoor dit laatste
niet te vergiftigen met de massa's vliegen, die eene bijzondere
voorliefde voor de resteerende rijstzemelen schijnen te hebben;
deze plaatsen waren meestal zwart bezaaid met die ongure dieren.
Het begraven der gesneuvelden en aan ziekten of wonden
overledenen geschiedde in kampongs waar men kort vertoefde,
steeds in de naaste omgeving of in eenen uithoek der kampong
zelve; daarentegen in bivaks vaar men langer verbleef, zooals
bv. te Koetö Lintang, in het heuvelterrein 8 minuten daarvan
verwijderdde kuilen werden op de noodige diepte uitgegraven,
terwijl later deze algemeene begraafplaats van eene behoorlijke
bamboe ompaggering werd voorzien.
Het baden van manschappen en dwangarbeiders, vooral voor
deze laatsten was zulks wegens hunne groote vuilheid steeds
noodzakelijk, het reinigen en wasschen hunner kleedingstukken