132
Verder werd, waar eenigszins mogelijk, steeds ruime vleesch-
voeding verschaft, in de Gajo-Loeös bestaande uit karbouwen-
in de Alaslanden uit rundvleesch en in de Karö Batak, Pak-pak
en onafhankelijke Toba-landen uit varkensvleeschde per dag
en per man verstrekte hoeveelheid karbouwen- of rundvleesch
varieerde van K.G.zij was na den moeilijken tocht naar
Lla bij aankomst aldaar zelfs 1 K.G. De vleeschverstrek-
king kan dan ook niet anders dan zeer ruim genoemd worden.
Hei baaldelijk was er bovendien in vele vijandige kampongs
gelegenheid groote hoeveelheden kippen, soms ook eenden te
bemachtigen, die eveneens als aangename afwisseling met graagte
genuttigd werden. Gedurende de boschmarschen, wanneer geen
versch vleesch kon uitgedeeld worden, werd afwisselend ge
droogde zoutevisch of dengdeng uitgereikt; van de eerstge
noemde waren twee soorten medegenomen nl. gewoon gezouten
visch en gebraden gezouten visch, deze laatste soort scheen nog
al in den smaak te vallen. Vóór den afmarseh naar de Alas
landen werd in het bivak te Koetö Lintang eene groote hoe
veelheid dengdeng van karbouwenvleesch gereed gemaakt, die
later gedurende den boschtocht uitnemend te pas kwam.
De medegenomen uien werden verbruikt op het traject Teupin.
Blang Mané naar Kong; zout werd geregeld in voldoende hoe
veelheid verstrekt, meestal een eetlepel per man voor eenige
dagen, terwijl de bij afwisseling uitgegeven koffie en thee per
man en per dag één eetlepel bedroeg (in eens voor 2 a 3 dagen
te gelijk uitgereikt).
Ook jenever was bij de colonne medegenomen, doch werd op
ongeregelde tijden alleen ter consumptie uitgedeeld aan de
onderofficieren; met dezen drank werd evenwel zeer terecht
spaarzaam omgesprongen.
De vele en dikwijls groote ladangs in de Gajo-Loeös en Alaslanden
gaven aan de colonne steeds ruimschoots gelegenheid zich te voor
zien van verschillende ingrediënten voor sajoerans en toespijzen,
bv. laboe, katjang, ketella, djagoeng, komkomers, bajem, sereh, te-
boeh, ïebong, soms lombok rawit, terwijl ook vele vruchten zooals
klappa, djamboe bidji in groote hoeveelheden, djeroeks, (hoewel
meestal zuur), nangka, papaja, doerian, wilde blimbing,mangga en
de broodvrucht in ruimere of geringere mate te verkrijgen waren.