140 maken vele slachtoffers, vooral onder de kinderen; vele Gajö's dragen dan ook de zeer duidelijke litteekens van het doorstaan dezer ziekte; één patiënt zag ik, die tengevolge van dit lijden het eene oog (phthisis bulbi) verloren en op het andere eene groote iets excentrisch gelegen macula corneae had. Met ade- noide vegetaties werd te Koetö Rajang een kind door mij ge observeerd; dit patiëntje zoude tevens aan vallende ziekte (poengoer babi) lijdende zijn, hoewel de beschrijving van het symptomencomplex meer aan hysterische aanvallen deed denken het kind had de voor bovengenoemd lijden zeer karakteristieke gelaatsuitdrukking. De benaming poengoer babi varkens- slachten zoude daarom gekozen zijn, omdat een geslacht varken in zijne laatste stuiptrekkingen dezelfde bewegingen zoude maken als iemand die een aanval van epilepsie krijgt. Blaassteenlijden (sakit karang) komt zoowel bij oude als jonge personen voor, waarbij soms steentjes tot boontjes-grootte worden geloosd. Naast dit blaaslijden schijnt nog eene andere ziekte bekend te zijn, waarbij bloed, zonder meer, geurineerd wordt. Icterus schijnt af en toe voor te komen. M. Y. en syphilis worden beslist ontkend bij de bevolking aanwezig te zijn; verschijnselen van laatstgenoemde ziekte konden bij vele speciaal daarop onderzochte personen door mij niet aangetoond worden. Framboesia tropica (hajap), tinea imbricata, herpes tonsu rans werden door mij niet gezien, wel verscheidene kinderen lijdende aan scrophulose, terwijl eene vrouwelijke patiënt voor haemoptoe geneesmiddelen vroeg. Ascariden (kitol) schijnen vooral bij kinderen veel voor te komen, het behept zijn daarmede noemt men „moekitöl"ta enia solium schijnt niet bekend, oxyuris vermicularis (kimon) daarentegen wel. Milt- en leververgrootingen werden bij enkele kinderen door mij aangetoonddeze hadden ook meerendeels een meer of min cachectisch uiterlijk. Het viel mij bijzonder op dat, niettegen staande de groote onzindelijkheid en lichamelijke onreinheid der Gajö's, bij hen zoo bijzonder weinig huidziekten zijn waar te nemen, althans bij de personen door mij gezien. Wat het verloskundig deel betreft, het volgende:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 394