145
vuldig voor; zijn het donkere pigmentvlekken op diezelfde plaat
sen, dan noemt men zulks „këdal andjing".
Ichthyasis (tjëbang kalën) is vrij zeldzaam, lepra (tjabak) even
eens; mijn zegsman althans wist mij geene kampongs op te
noemen waar lijders aan laatstgenoemde ziekte verblijf hielden.
Ook bij de Alassers heerscht de regel alle lepralijders, zoodra
de ziekte vastgesteld is, uit de kampongs te verbannende
ziekte wordt voor besmettelijk gehouden, de lijders mogen niet
huwen. Pasgeborenen met lepra verschijnselen waren niet be
kend. Op mijne vraag hoe men zich voorstelde dat deze ziekte
verkregen kon worden, bleef de gevraagde mij het antwoord
schuldig; zulks was onbekend.
Visch (theorie Hutchinson) wordt hier alleen versch gegeten
uit de groote boven Singkèl-rivier.
Herpes tonsurans (koedil) komt veel voor; afdoende genees
middelen daartegen kent men niet.
Ulcera venerea, hier wel bekend, noemt men „sakit palang".
Loozing van bloedurine bij vrouwen heet „sakit rëdjën", bij
mannen daarentegen, dikwijls met loozing van kleine steentjes
of gruis gepaard, „sakit karang", terwijl de menstruaal-bloeding
bij vrouwen „moeda boelan" genoemd wordt.
Ascariden (sakit oeroet) komen veelvuldig voor, orcyuris ver-
micularis (sakit gëlengj bij kinderen spaarzamer; van taenia
solium wist men geen voorbeelden op te noemen.
Framboesia tropica (sakit nambie), zeer zeldzaam in het Gajo-
gebied, komt in de Alaslanden vooral bij jonge kinderen, min
der bij volwassenen, veelvuldig voor; enkele kinderen zouden
er aan sterven; framboesia der voetzolen noemt men „moentjèl".
Koorts, een veel voorkomende plaag, heet „maharon", ente
ritis acuta (poesoei toeke), ontlasting met bloedafgang gepaard,
„mëtjingken darah", cholera asiatica (taun) komt soms epidemisch
om de 4 a 5 jaren voor.
Penoe (pano) komt veel voor; lepreuse panoe schijnt men
hier niet te kennen.
Omtrent verloskundige zaken kon ik de volgende gegevens
verzamelen.
De vroedvrouw (bidèn), waarvan er in grootere kampongs
2 a 3 of meer zijn, helpt bij elke verlossing; verloopt deze nor-
Bijl. 15 10