148 Karö-Batak-gébied. Op onzen marsch van af Mërdinding door het Karö-Batak- gebied werden vele kampongs verlaten bevonden, doordat daarin de pokken (rëmé) heerschten of hadden geheerscht, zoodat de bevolking uit angst voor deze gevreesde ziekte allerwege ge vlucht was. Zoo kwamen o. a. nog pokkengevallen voor te Marteloe, Lao-Baleng en Mëlas. In de nabijheid vau laatstgenoemde kampong was ik in de gelegenheid een pokkenkamp in het bosch te bezoeken, alwaar ik een vijftal lijders en lijderessen aantrof, waarvan enkele in zeer heftige mate waren aangetast, zoodat nauwelijks een gaaf plekje [huid te vinden was, terwijl een man, reeds met wegge- ulcereerde oogen, stervende was. De nog gezonde vrouw van dezen man vroeg mij nog op smeekenden toon om geneesmid delen, die ik helaas natuurlijk niet verstrekken kon. De bui tengewone zorgeloosheid, waarmede gezonden en zieken in dit treurige kamp van menschelijke ellende te zamen leefden, trok ons aller aandacht. De zieken, die nog in staat zijn zich te bewegen, nemen geregeld eenige malen per dag een bad in een snelvlietend bergstroompje in de onmiddellijke nabijheid van dit verbanningsoord. De toegangswegen tot de besmette kampongs waren afgesloten door takken versperringen, waarboven gesple ten bladen van klapperboomen hingen, terwijl nieuwe paden langs en oin genoemde kampongs waren aangelegd; hier en daar zag men eenen witten doek als vlag wapperen. Met het oog op het heerschen dezer ziekte in het Karö-Batak-ge- bied werd steeds buiten de kampong gebivakeerd. Het zoude zeer zeker voor de zoo dikwijls door pokken geteisterde streken in de Gajo- en Alaslanden, maar vooral in het Karö- Batak-gebied van het grootste gewicht zijn, indien met eenigen spoed de vaccinatie aldaar kon ingevoerd worden. Een Karö-Batakker, hoofd der kampong Bërna, die ook als gids en tolk onzen colonne-commandant vergezelde en naar Koeta-Radja medeging, toonde zich bereid het vaccineeren te leeren, ten einde later, in zijne landstreek teruggekeerd, heilzaam werkzaam te kunnen zijn. Deze man is thans voldoende prac- tisch onderwezen om als mantri-tjatjar op te treden en zal eerstdaags naar het Karö- Batak-gebied teruggaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 402