3
Over hare samenstelling en eerste verrichtingen zal hier niet
nader worden uitgeweid, omdat die elders beschreven zijn.
Samenstelling en indeeling der troepen (zie bijlage 2).
In den loop van de maand Januari werd bepaald, dat de noodige
troepen en dwangarbeiders op een nader te bepalen dag te mijner
beschikking zouden worden gesteld en werd mij voorts opge
dragen het noodige te verrichten voor de uitrusting en de
voorziening in de verpleging van de colonne.
Zij zou zijn samengesteld uit:
tien brigades maréchaussee (waarvan 9 brigades van de 4e en
1 brigade van de le Divisie), waarbij ingedeeld de kapitein der
maréchaussée W. B. J. A. Scheepens, de le luitenants der ma
réchaussee Gr. F. B. Watrin, J. W. Ebbink en H. F. Aukes, de
le luitenant der infanterie W. R. Winter en de 2e luitenant
der maréchaussée H. Christoffel, een ambulance onder den offi
cier van gezondheid 2e klasse H. M. Neeb (sedert bevorderd),
twee opnemers onder den len luitenant-opnemer G. E. Hoedt,
eenig uit de 4e Divisie maréchaussée gerecruteerd treinpersoneel,
17 mandoers en 440 dwangarbeiders. De le luitenant der ar.
tillerie J. C. J. Kempees werd den colonnecommandant als
adjudant toegevoegd, terwijl de mijningenieur 3e klasse P. J.
Jansen en de élève-mantri van 's Lands Plantentuin Raden Mas
Pringgo Atmodjo de colonne zouden vergezellen.
De maréchaussée werden ingedeeld in twee halve divisiën,
ieder van 5 brigades, en de halve divisiën ieder in twee afdee-
lingen, resp. 3 en 2 brigades sterk.
Bechterhalve divisie
Commandant: kapitein Scheepens.
Afdeelingscommandantenluitenants Winter en Christoffel.
Linkerhalve divisie
Commandant: luitenant Watrin.
Afdeelingscommandantenluitenants Ebbink en Aukes.
Hoewel na eenigen tijd verschillende brigades door de geleden
verliezen zeer waren gedund, is toch zoo lang mogelijk het
tactisch verband gehandhaafd geworden en waren er dus na de
.aanvulling van den 14en April 12 brigades, ter sterkte van
