4
183 karabijnen, en na die van den 14en Mei, 14 brigades, sterk
213 karabijnen.
Eerst na de aankomst van de aanvulling van den 24en Juni
werd er toe overgegaan, het geheel weer in tien brigades in
te deelen, omdat enkele brigades zoo zeer waren verzwakt,,
dat zij als tactische eenheid geen gevechtskracht meer bezaten.
De 2e luitenant der infanterie van Braam Morris (sedert be
vorderd) en de le luitenant der infanterie D. G. Draaijer, die
achtereenvolgens op den 14en Mei en den 24en Juni bij de co
lonne aankwamen, werden ter vervanging van de wegens ver"
wonding geëvacueerde luitenants Ebbink en Aukes bij de afdee-
ling Watrin ingedeeld.
Bij schrijven van den 25en Maart droeg ik den commandant
van het bivak Péndéng op, zich met zijne geheele colonne
onder mijn bevel te stellen en daartoe, zoodra hij gereed zoude
zijn, naar de Gajö-Loeös op te rukken.
Den 19en April meldde zich de kapitein der infanterie H.
R. T. A. de Graaf met 4 sectiën infanterie, ter sterkte van 3
hoornblazers en 112 bajonetten, bij welke colonne de le luite
nants der infanterie J. IJ. Harbord (sedert overleden), M. T-
Yelsing en J. H. Delgorge waren ingedeeld. Den 9en Mei.
d. a. v. kwam de laatste sectie dezer colonne te Koetö Lintang
aan, sterk 1 hoornblazer en 29 bajonetten, onder bevel van
den len luitenant der infanterie W. Lasonder.
Met de eerste aanvulling van den 14en April waren nog
aangekomen de kapitein van den generalen staf J. J. Stolk
en de bij den gewestelijken staf gedetacheerde kapitein der in.
fanterie W. C. A. A. de Boer, welke officieren bij den staf der
colonne dienst hebben gedaan.
Het laatste gewondentransport vertrok den 24en Mei uit
de Gajo-Loeös naar Koeala Simpang met kapitein de Boer, de
luitenants Harbord, Hoedt, Ebbink, Aukes en Velsing en den
ingenieur Jansen, onder dekking van 2 sectiën infanterie. Er
kon toen worden opgerukt naar de Alaslanden met 14 brigades
maréchaussée, sterk 174 karabijnen, en 3 sectiën infanterie, sterk
3 hoornblazers en 90 bajonetten.
Eindelijk werden van de compagnie die onder bevel van den
kapitein der infanterie J. P. A. Wilhelm den 24en Juni te