12 Beide laatstgenoemde verlichtingsmiddelen bewezen uitmuntende •diensten, vooral ook wanneer in de ambulance des avonds moest worden gewerkt. In de bivaks waar voor langeren tijd moest worden ver bleven is telkenmale dadelijk overgegaan tot het bouwen of inrichten van een vivresmagazijn waarin de voorraden konden worden opgeslagen en van een veldhospitaal, waardoor de zieken •en gewonden een behoorlijk onder dak kregen. Instructie voor den colonnecommandant. Op den dag vóór het vertrek van Koeta Radja werd dooi den Civiel en Militair Gouverneur de instructie aan den colonne commandant uitgereikt. (Zie bijlage 1.) Journaal. 8 Februari. Ingevolge door den militairen commandant gegeven bevelen vertrok de colonne per stoomtram naar Oelèë Lheuë, waar zij ■embarkeerde op de Gouvernementsstoomschepen „Glatik", „Gier" en „Albatros", die resp. te 4 uur n.m., 10 uur v.m. en 10 uur v.m. onder stoom gingen naar Lhöf Seumawé. 9 Februari. Te 6 uur v.m. kwamen alle schepen op de reede van Lho1 Seumawé ten anker en te 7 uur daarop ving het debarkement aan. Met drie extra-trams vertrok de colonne te 8, 9 en 11.30 uur v.m. naar Bireun, waar de trams achtereenvolgens te 11.30 uur v.m. en te 1.30 en 3.45 uur n.m. aankwamen. Te 4 uur n.m. marcheerde het geheel af naar het wegbivak Teupin Blang Manè, waar te 6 uur n.m. een bivak werd betrokken op den linkeroever der Peusangan-rivier. 10 Februari. Daar de Peusangan-rivier ondoorwaadbaar bleek, moest gebruik worden gemaakt van een Atjèhsche prauw, welke door het weg bivak werd gebezigd om de communicatie met den linkeroever te onderhouden. Te 5.30 uur v.m. met het overzetten begonnen, kon de colonne eerst te 11.30 uur v.m. afmarcheeren langs den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 60