18
len luitenant Aukes met een ziekenverpleger met verband-
tasch en twee dagen vivres uit, om het gebied van Siah Oeta-
ma te bezoeken en met opdracht dezen Këdjoerön mede te
brengen. Zij moest tevens enkele personen in Towéran en No-
sar, tegen wie klachten waren binnengekomen, arresteeren.
Een der opnemers ging opnieuw onder eene kleine dekking uit,
om zijne metingen te vervolledigen.
Met de thans verschenen familieleden van Rödjö Tjéq en zij
nen Oeloebalang Sipoelöh konden uitvoerige besprekingen ge
houden worden.
20 Februari.
De gisteren naar Nösar vertrokken afdeeling Aukes kwam
te 4 uur n.m. terug met twee stamhoofden. Siah Oetama be
vond zich in Tëmiang, waar hij dikwijls vertoeft, en des kë-
djoeröns bödöl en oom, Salam alias Ama-n-Bëdoel Gani, had
zich reeds naar Rödjö Boekét Bah begeven om met dezen zijn
opwachting te gaan maken bij den colonnecommandant.
Werkelijk verschenen dan ook heden alle hoofden van de
Lautstreek of hunne bödöls met hunne voornaamste stamhoofden.
Zij deelden mede bij geruchte te hebben vernomen, dat Këdjoe
rön Linggö zou zijn afgezet en vervangen door een zijner fa
milieleden.
Na de aankomst te Kong was iederen dag met kracht gewerkt
aan de aanvulling van den rijstvoorraad, zoodat met de gefoura-
geerde rijst thans weer voor negen dagen mondvoorraad was
verkregen.
De beide opnemers rukten wederom onder dekking uit.
21 Februari.
Te 7 uur v.m. marcheerde het geheel over Paja Djögöt en
Boer ni Tëlögö naar Isaq.
Vóór den afmarsch werden drie zieke dwangarbeiders aan
Rödjö Oetjaq overgegeven, met opdracht deze lieden te doen
brengen naar ons bivak Teupin Blang Mané. Het is gebleken,
dat aan dit bevel is voldaan.
Te 5.30 uur n.m. betrok de voorste halve divisie het bivak
in Dah, nadat deze kampong door de bewoners was ontruimd;