19 de overige brigades kwamen met den trein eerst te 11 uur 's avonds aan. Na oproeping verschenen te 10 uur in den avond pengoeloe Tjéq Dab, pengoeloe Moedö van Koetö Rajang en een bödöl van Këpala Akal, die zelf naar Onéng was gegaan. Aan deze hoofden werd opgedragen Këdjoerön Linggö en de stamhoofden van Onéng, Nalon, Lömöt, Möngkör en Gënténg namens mij te doen oproepen en voorts om rijst te leveren. Nadat zij aan hun gevolg de noodige bevelen hadden gegeven, vroegen en kregen zij verlof om heen te gaan. 22 Februari. Wegens zeer groote onreinheid van kampong Dah en den grooten afstand van de rivier, werd het bivak verplaatst naar Koetö Rajang, waar een gedeelte der huizen door de bevolking- werd ontruimd. Sëtiö Moedö van Krambél meldde zich na oproeping. 23 Februari. Eene afdeeling van drie brigades onder bevel van den 2en luitenant Christoffel ging met een opnemer en een ziekenver pleger met verbandtasch met twee dagen vivres op patrouille over Nalon en Saroetön naar Landé en Lömöt, met opdracht, zoo mogelijk oerangkaja Lömöt mede te brengen. Eene andere afdeeling van twee brigades onder den len luitenant Watrin rukte met een ziekenverpleger met verbandtasch en twee dagen vivres over het waterscheidingsgebergte naar het Löjang-dal, om daar zoo mogelijk Moedö Möngkör en in Nalon en Oneng, Këdjoerön Bintang van Nalon Boer, Sëtiö Goenöng van Nalön Palöh en pengoeloe Onéng te halen. De andere opnemer rukte onder een kleine dekking uit naar het Boven-Isaq-dal om de bestaande kaart te vervolledigen. Kepala Akal en pengoeloe Gading komen zich melden, zoo dat nu alle voorname hoofden er zijn geweest. Zij bevestigen het gerucht van de afzetting van Këdjoerön Linggö en weten te berichten, dat deze Këdjoerön ons vijandig gezind is en niet zal willen komen. De bevolking van verschillende kampongs brengt vrijwillig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 67