20
rijst te koop aan. Daar de hoeveelheden niet voldoende zijnr
wordt ook hier er toe overgegaan padi aan te koopen en die
door de dwangarbeiders te doen stampen.
24 Februari.
Twee kleine patrouilles rukten uit tot dekking van een op
nemer, den mijningenieur en den élève-mantri van 's Lands
Plantentuin.
De gisteren vertrokken afdeeling Watrin keerde reeds heden
te 4 uur terug. Zij bevond het geheele Löjang-dal door de be
volking verlaten evenals Nalon, dat geheel in een wildernis was-
herschapen. Slechts Onéng, Lènang en Sösöt waien bewoond,,
en pengoeloe Onéng meldde zich dan ook aan om mede te
gaan. Nalon was, volgens mededeeling van pengoeloe Onéng, na
het vertrek der eerste Gajö-colonne niet meer door de bevolking
bewoond geworden; deze had zich thans vooigoed gevestigd
te Doerèn, Pëlëlasan, Bëngëlé en Löjang Oekön. Zij gaf van
haar vijandige gezindheid blijk door het doen van een vijftal
schoten op de patrouille uit de bergen boven Nalon.
Ook pengoeloe Onéng bevestigt de afzetting en vei vanging
van Këdjoerön Linggö en weet zelfs mede te deelen, dat de-
kampongs in Linggö nu reeds door de bevolking zijn verlaten..
25, 26 en 27 Februari.
Deze dagen werden besteed aan opmetingen, verkenningen
van den mijningenieur en het doen verbeteren van het voetpad-
dat naar Djagöng voert.
Alle hoofden van Isaq verzamelden zich nog eenmaal om ver
schillende besprekingen te houden. De bevolking betoonde zich
zeer behulpzaam en leverde zooveel rijst, dat het padistampen
door de dwangarbeiders kon worden gestaakt. Pengoeloe Tjéq
Dah bood zich vrijwillig aan om den weg te wijzen van Dja
göng naar Kla in de Gajo-Loeös.
28 Februari.
Eindelijk keerde de afdeeling Christoffel te 5 uur n.m. door
het Löjang-dal terug. Zij bivakkeerde op den heenmarsch te
Kala Löjang, Ongkal en Lömöt en op den terugmarsch weer