24 groote rivier, die naar het Z. stroomde. Onder een stortregen kwam alles op den rechteroever in bivak en werden aan ieder man twee stukken gezouten visch en wat thee verstrekt. Een dwangarbeider kwam hier te overlijden en werd ter plaatse aan deu schoot der aarde toevertrouwd. Het dierenpad ging de rivier over en voorts weder in recht oostelijke richting, en te 11 uur v.m. kwam men weer uit op den linkeroever van de groote rivier die het allereerst was gevolgd geworden en nu zeer veel breeder en dieper was geworden, zoodat geen sprake meer kon zijn van het overgaan op den anderen oever. De colonne moest derhalve op den linkeroever blijven. Geen pad was te ontdekken en er viel niet anders te doen dan zich al kappende een weg naar het oosten te banen- Gedurende eenige uren had de trein hier met ontzettende moei lijkheden te kampen. Tegen den middag vond de voorste bri gade midden in het bosch een enkele vrij versche kap en deze volgende kwamen de voorste troepen langs eene buitengewoon steile helling op eenen top, waar een duidelijk voetpad liep en waar eene groote hoeveelheid gekapte bamboe op den grond verspreid lag, ten teeken dat hier menschen hadden gewerkt. Dit voetpad ging aanvankelijk over een rug en daarna weer zeer steil naar beneden naar den linkeroever der groote rivier, waar te 8 uur n.m. de voorste halve divisie onder regen een bivak betrok. De achterste halve divisie en de trein bleven ver achter en vielen tegen het vallen van den avond langs het voetpad in bivak, ieder op de plaats waar hij zich bevond. Wederom overleed een dwangarbeider. Des morgens sloot het achterste gedeelte der colonne te 8.30 uur v.m. op en werd toen onmiddellijk overgegaan tot de dis tributie van drie stukken gezouten visch. Zoodra mogelijk ging alles weer op marsch langs het zeer lastige voetpad, dat zich langs den steilen en hoogen rotsoever der rivier slingerde. Allengs wordt de vseg beter en meer begaan, versche men- schensporen worden zichtbaar en het dal begint zich duidelijk te verwijden. Eindelijk te 11 uur v.m. komt de voorste bri gade aan eene vlakte en een ieder is dankbaar en aangenaam verrast op het zien van de eerste klapperboomen en vooral ook van de eerste karbouwen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 72