27 geheele terrein in onze macht en viel er geen schot meer. Drie doode en twee zwaar gewonde mannen bleven met hunne blanke wapens in onze handen. Bij het doorzoeken van de kampong en de omliggende pëdosönöns bleek, dat alles overhaast verlaten was. Daar hier zeer groote voorraden padi zijn opgeslagen en veel groot en klein vee en pluimgedierte aanwezig is, wordt besloten in Rëröbö eenige dagen te verblijven om te fourageeren en om den vermoeiden troep rust te geven. Het veelvuldig door waden van rivieren heeft buitengewoon veel voetwonden ver oorzaakt, waardoor de marschvaardigheid zeer is verminderd, en de dwangarbeiders van den trein hebben gedurende den zwaren bergtocht hunne uiterste krachten moeten inspannen, zoodat ook zij noodzakelijk rust behoeven. De trein kwam dan ook eerst te 5 uur n.m. aan. Een oude in de kampong achtergebleven vrouw verklaart dat Ama-n-Njaq Löi, de Rödjö van Pasér, hier was en de geheele bevolking heeft aangezet daarheen te vluchten, aan welken raad gereedelijk gehoor is gegeven, omdat Rëröbö, Pasér als tjéq erkent. Rëröbö is een schoone en rijke kampong met een 14 tal groote huizen. Door de kampong stroomt de kristalheldere Wöih ni Djërnih, een zijtak van de Tripö, zoodat deze plaats een uitnemend bivak vormt. Over de Tripö-rivier zijn op verschillende punten rotan-hangbruggen geslagen, die na eenige oefening als communi catiemiddel met den linkeroever bruikbaar blijken. In het ge bergte aan de beide oevers van de Tripö-rivier worden ladangs waargenomen. 11 Maart. In den afgeloopen nacht drong een gewapende Gajö het bivak van de noordzijde binnen, doch werd, nadat hij den schildwacht had verwond, door dezen met de klewang neergelegd. Drie patrouilles, ieder een brigade sterk, rukten, onder bevel resp. van kapitein Scheepens en de le luitenants Winter en Aukes, in verschillende richtingen uit om schuilplaatsen van de bevolking te zoeken. Zij keerden in den namiddag terug zonder eene bijzondere ontmoeting te hebben gehad. De patrouille Scheepens bevond dat het voetpad naar Pasér

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 75