30
der rivier sterk bezet waren. Luitenant Winter ging toen met
li brigade op den linkeroever over, terwijl de 2e luitenant
Christofïel opdracht kreeg met 1| brigade langs den rechter
oever tegen den vijand op te rukken. Beide afdeelingen zou
den trachten den vijand stroomopwaarts terug te drijven en
in den rug van Pasér af te dalen, terwijl de beide resteerende
brigades met den len luitenant Kempees, die wegens ziekte bij
den trein was gebleven, bij Rönèng moesten wachten.
Werkelijk weken de in het gebergte opgestelde benden, naar
gelang de maréchaussees voorwaarts gingen, terug, daarbij op
eiken oever, door het snel en verrassend optreden der patrouilles^
verscheidene dooden en geweren in onze handen latende.
Luitenant Kempees was intusschen met eenige maréchaussées
in de richting van kampong Pasér gegaan met de bedoeling al
vast eene bivakplaats uit te zoeken, doch hij kreeg op vrij
korten afstand van den westrand plotseling vuur. Onmiddellijk
ging hij terug om eene brigade te halen en viel daarna den
kampongrand met dien troep aan. De afdeeling Christoffel zag
uit de bergen den loop van zaken en, ontwarende dat er vrij
veel volk in de kampong achter eene borstwering was verza
meld, snelde zij met haren aanvoerder naar beneden en kwam
zij nog juist bijtijds om met de brigade in de vlakte de nog
niet geheel voltooide borstwering te vermeesteren.
Na een kort gevecht vluchtte de vijand naar den oostrand
der kampong, van waar hij, achtervolgd door Christoffel met
eene brigade, nog verder stroomopwaarts een goed heenkomen
zocht. Na een vervolging van een uur keerde deze terug in
Pasér, waar intusschen te 4.30 uur n.m., na afloop van het
gevecht, de afdeeling Winter evenzoo was aangekomen.
De vijand liet op dezen dag 41 gesneuvelden en 41 voor laders
met veel munitie en blanke wapens in onze handen, terwijl on
zerzijds door klewanghouwen werden gewond 6 maréchaussées-
Voor de beschrijving van het gevecht wordt verwezen naar
het betrekkelijk rapport (bijlage 5).
Te 5 uur n m. was het geheel in Pasér gebivakkeerd; eene
brigade betrok het bivak op een bergtop op den linkeroever
tegenover de kampong. Pasér is een groote, welvarende kam
pong met een twintigtal groote huizen, gelegen te midden van