32 was er overvloed van vee, zoodat aan versch vleesch geen gebrek behoefde te zijn. In het bivak Pasér werden heden de lijken der gesneuvelde vijanden begraven en maatregelen getroffen om den rijstvoorraad voor de geheele colonne aan te vullen. De opnemer ging onder dekking van een brigade uit. 16 Maart. Het bivak Padang werd te 7 uur v.m. opgebroken en over de bergen ging het daarna over Lëmpëlam Djabö en Trangön naar Pasér. Even voorbij Trangön meldde zich Rödjö Padang, het wökös- hoofd van laatstgenoemde kampong, met twee volgelingen met de witte vlag bij den colonnecommandant. Hij kreeg bevel zijne bevolking te doen terugkeeren en zich dan later bij mij te melden te Pënampakan. Te 10.15 uur v.m. had de vereeniging van de beide deelen der colonne te Pasér plaats. Beide opnemers rukten onder dekking, ieder van een brigade, uit, om hunne metingen te voltooien. De gedetacheerde brigade op den linkeroever rukte in. 17 Maart. Te 7 uur v.m. rukte de geheele colonne op naar Akül. Even bovenstrooms van Pasér doorwaadde zij met eenige moeite de Tripö-rivier en volgde zij verder den linkeroever langs een zeer geaccidenteerd doch aangenaam voetpad, met vele schoone vergezichten; hierbij trok zij het op den rechteroever gelegen verlaten gehucht Kala Lawang en de vroegere pedösönön Soendöl voorbij. Te 10.25 uur v.m. werd de samenstrooming van de Wöih ni Këtoekah en de Wöih ni Tripö, Kala Këtoekah genaamd, bereikt, en kort daarna vertoonde zich het dal met de pëdösonön Këtoekah. Uit de bergen vielen eenige schoten eene ter vervolging uitgezonden brigade keerde echter onver- richterzake terug. Ook Këtoekah was geheel verlaten en aan alles was te zien, dat hier zeer vele menschen niet lang geleden waren doorge trokken; overal zag men kookplaatsen en platgetreden gras.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 80