37 zijde moest geschieden, werd bevel gegeven voor den afmarsch van Köng Palöh in recht oostelijke richting door het kale, dun met dennen begroeide en met ravijnen doorsneden heuvelter rein. Reeds spoedig worden Koetö Boeket, Koetö Sëré, Pa rang en Gölö, op de rechterflank en in de laagte gelegen, zicht baar, evenals enkele groepen gewapenden, die zich tusschen de genoemde kampongs heen en weer bewegen. Te 10.45 uur v.m. komt de voorste halve divisie op de Blang Këdjërèn aan, op de lage heuvels ongeveer 1 K.M. ten W. van het zeer uitgestrekte kampongcomplex Pënampakan—Koetö Lintang. Overal beweegt zich veel gewapend volk, dat in de richting van Pënampakan trekt, en drommen mannen loopen tusschen Pörang en Pënampakan. Zoowel op de rechter- als op de linkerflank zitten een honderdtal vijandelijke schutters in de heuvels van de Blang Këdjërèn op grooten afstand op de colonne te schieten, zonder dat hun vuur door ons wordt beantwoord. In afwachting van de overige troepen wordt 's vijands stel ling met den kijker verkend; duidelijk is te zien, dat de ge heele westelijke rand van het complex zwaar versterkt is en ■dat de geheele borstwering bezet is, hetgeen afgeleid wordt uit de koppen die telkenmale boven de wallen zichtbaar zijn; ■ook is op verschillende punten de kampong in te zien en op die plaatsen zitten groepen menschen onze bewegingen te be spieden. Bij Mësigét Pënampakan en bij den rand dezer kam pong staat zeer veel gewapend volk in afwachtende houding. Zoodra de geheele colonne is verzameld, wordt het gevechts bevel gegeven, en te 11.35 uur v.m. rukt alles ten aanval voorwaarts. Te 12.25 uur n.m. is na een harddnekkig gevecht de borstwe ring in onze macht en begint de strijd om de binnenruimte, welke eerst om 3 uur n.m. is geëindigd. Doerén, Rödjö Silo, Koetö Blang en Koetö Lintang bleken eene reusachtige versterking uit te maken en het kostte onzen troepen dan ook zeer veel inspanning, voordat de ongeveer 2x/2 K.M. lange borstwering en de daarachter gelegen putten en reduits van vijanden waren gezuiverd. Te 4.30 uur n.m. had de geheele colonne het bivak betrok ken in Koetö Lintang, waar bijna geen vijanden waren gevallen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 85