38 en waar de huizen ruim waren en de kampong een vrij zindelijk, aanzien had. De vijand liet 164 gesneuvelden, w.o. 15 vrouwen en kinderenr 72 geweren w.o. 3 achterladers, veel munitie en een zeer groote hoeveelheid blanke wapens, goederen en levensmiddelen in onze handen, terwijl onzerzijds 2 officieren, 24 minderen en 4 dwangar beiders werden gewond. Meer gedetailleerd is dit gevecht beschreven in het betrek kelijk gevechtsrapport (bijlage 7). De vele ongedeerde vrouwen en kinderen werden ongemoeid gelaten en kregen herhaaldelijk aanzegging om het gevechts terrein te verlaten. Met eene dezer vrouwen wordt de identiteit der gesneuvelden des vijands nagegaan en vastgesteld, dat onder hèn zich o.a. Rödjö Tjéq Koetö Lintang, wakél Boeket, katéb Koetö Blang, pengoeloe Moedö Koetö Lintang en pengoeloe Si Koentjó bevinden. 23 Maart. Verschillende patrouilles rukken uit om het gevechtsterrein goed af te zoeken, de dooden des vijands te begraven, vee te schieten en opmetingen te doen. Een gewonde man, een gewonde vrouw en drie gewonde kin deren worden in de ambulance ter verpleging opgenomen, ter wijl nog een gewapende Gajö wegens verzet moet worden neergelegd. Aan gepelde rijst werd 6000 K.G. verzameld en aan padi bleek geen gebrek te zijn, daar alle rijstschuren in groote getale aanwezig flink gevuld warenook andere levensmiddelen wer den in ruime mate in de zeer rijke kampong en de omringende tuinen aangetroffen. Terugkeerende patrouilles rapporteeren, dat bij Mesigét Pè- nampakan de Nederlandsche en de witte vlag zijn uitgestoken. 24 Maart. Van 7.30 uur v.m. tot 5.30 uur n.m. rukt de le luitenant Aukes uit met twee brigades om de terreinopneming te dekken in het bergterrein tusschen Köng Boer, Réket Dëkat en Doerén en een brigade gaat runderen schieten. Beide patrouilles worden op grooten afstand door enkele vijanden onder vuur genomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 86