39 Te 9.80 uur v.m. verschijnen drie Gajo's met de Nederlandsche vlag voor het bivak; zij blijken te zijn Ama-n-Si Pilh, de wd. Këdjoerön, en twee volgelingen. Nadat eerstgenoemde zijne onderwerping heeft aangeboden, wordt hem opgedragen alle hoofden op te roepen en voor mij te doen verschijnen. In den afgeloopen nacht, ongeveer te 1 uur, kwam een dwang arbeider uit het bivak Péndéng aan met een extract-journaal van den waarnemend colonnecommandant (zie bijlage 8). 25 Maart. Twee afdeelingen, ieder ter sterkte van twee brigades, rukken onder bevel van de luitenants Ebbink en Christoffel uit, om de werkzaamheden der opnemers te dekken ten O. en ten W. van het kampongcomplex; wederom worden zij op grooten afstand beschoten. Eene andere afdeeling van gelijke sterkte onder den len luitenant Watrin doorzoekt Mbatjang en Boekét en ver kent Pënampakan; in de beide eerstgenoemde, geheel verlaten kampongs worden nog twee gesneuvelde mannen begraven en vier maraudeerende vrouwen opgevat, terwijl op eenige levens middelen beslag wordt gelegd. Pënampakan is gedeeltelijk bewoond. Elk dezer kampongs is afzonderlijk in staat van verdediging gebrachtMbatjang en Doerén hebben een gemeen schappelijke binnenborstwering en Pënampakan is door een 10 M- breede strook van de beide vorige kampongs afgescheiden. De wd. Këdjoerön verschijnt weder om te melden, dat Gölöi Pörang, Pënggalangan, Koetö Boekét, Koetö Sëré, en Lëmpöh zich onderwerpen, doch de overige kampongs in het verzet volharden. Hij bericht mede, dat de Rödjö's Boekét in Badaq zijn gevlucht en verzoekt om die kampongs zoo spoedig mogelijk te tuchtigen, omdat genoemde Rödjö's de hoofdleiders van het verzet zijn. Dit verzoek is natuurlijk voortgesproten uit zucht tot wraak op de Boekét-familie, die destijds de Këdjoerönsfamilie diep heeft beleedigd, door het hoofd af te slaan van den in den strijd ge vallen Këdjoerön Asan (Ama-n-Gëröt), en daarom wordt geant woord, dat ook Badaq zijn beurt zal krijgen, zoodra duidelijk gebleken is, dat de kampong zich werkelijk niet onderwerpen wil. 26 Maart. Eene afdeeling van vier brigades met gevechtstrein en de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 87