49
De Këdjoeron bericht, dat het hem is gelukt, de geheele be
volking van Péndéng, die ook onder Boekét's invloed was geraakt,
te verzamelen. Een bericht uit de Alaslanden meldt, dat de
gansche bevolking daar in de bosschen is gevlucht.
8 April.
Yan 7 uur v.m. tot 4 uur n.m. patrouilleerde eene afdeeling
van drie brigades onder kapitein Scheepens, waarbij luitenant
Christoffel was ingedeeld, op de hellingen van de Goenöng Api
tot boven Rëma, legde daar twee vijanden neer en maakte een
voorlader buit. Op haren terugweg Réket Dëkat passeerende,
kwam een man met de witte vlag naar buiten.
Een andere patrouille rukte met een der opnemers uit naar
de omstreken van Lëmbé.
Yan 12 uur tot 2 uur n.m. bezocht de colonnecommandant,
onder dekking van eene brigade, de woning van den Këdjoeron
in Pënampakan, waar men hem op de gebruikelijke wijze ont
ving en weer uitgeleide deed.
De Këdjoeron kreeg opdracht Réket Dëkat op te roepen. Hij
bracht voorts pengoeloe Péndéng en zijne bevolking, die na
voorzien te zijn van een geleidebrief dadelijk op weg naar
hunne kampong gingen. Eenige voorladers werden door hen
ingeleverd.
Péndéng en onderhoorigheden zijn heden in handen van den
Këdjoeron gesteld, zoodat ook te dezen opzichte de oude toe
stand weer is hersteld.
Een 5-tal gezinnen van Badaq had zich evenzoo bij den Kë"
djoerön aangemeld om vergunning te verkrijgen in hun kampong,
terug te keeren.
Brieven van Tampèng en Rëma en van de federatie der tëloe
sagi worden aan mij ingeleverd; eerstbedoelde brief houdt in,
dat men bevreesd is te komen van wege den godsdienst. De
boodschapper verhaalt, dat men in Tampèng des Këdjoeröns brief
met de klewang in stukken hakte, doch dat Rëma beter gezind
was. De brief van de tëloe sagi behelst de mededeeling, dat
men wèl bij den Këdjoeron wil komen, doch dat men zich tegen
de kompëni zal verzetten.
Het planten van de witte vlag in Réket Dëkat wordt door