51 Ongestoord konden de metingen voortgang vinden tot in de nabijheid van Tampèng, waar de vijand de patrouille uit de bergen beschoot. 11 April. Yan 7 u. v.m. tot 4 u. n.m. maakte eene afdeeling ter sterk te van drie brigades onder bevel van den 2en luitenant Chris- toffel eene verkenning door het gebergte ten westen van Badaq, over den wör Onèng naar Këndawi, dat versterkt werd bevon den. Yan een kleine uit die kampong vluchtende bende kon één man worden neergelegd. De patrouille rukte door tot het meer benedenstrooms gelegen en door de bevolking verlaten Pinang Rögüp. Eene andere afdeeling van twee brigades ging met een opnemer, onder den Eur. sergeant Deursen No. 43810, evenzoo, doch langs de Tripö-rivier, naar Kéndawi en keerde reeds te 1.30 u. n.m. in het bivak terug. De dagelijks uitrukkende brigade om karbouwen of runderen ■te schieten was ook heden weer op jacht. 12 April. Te 7 uur v.m. vertrok een gewondentransport, onder dekking van drie brigades onder bevel van den len luitenant Ebbink met eenig ambulancepersoneel en de noodige dwangarbeiders naar Péndéng, met opdracht, zoo mogelijk gelijktijdig met de Tëmiang-troepen den 19en terug te keeren. Yoor den commandant der Péndéng-colonne werd schriftelijk bevel medegegeven om de gewonden zoo spoedig mogelijk onder geleide van den te Péndéng bescheiden officier van gezondheid door te zenden en nog 15000 patronen en de noodige verband middelen van Koeala Simpang aan te vragen, niet te wachten op den terugkeer van dit geleide, doch op den afgesproken datum met het maréchausséetransport hierheen te komen. Aan den militairen ■commandant ter Oostkust van Sumatra en den plaatselijk mili tairen commandant van Koeala Simpang werd evenzoo schriftelijk het noodige medegedeeld betreffende de ontruiming van de bivaks Péndéng en Blang Tawar. De niet vervoerbare gewonden en zij •die genezen konden in het veldhospitaal werden aangehouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1905 | | pagina 99