9
werd onder de gegeven omstandigheden (er was te weinig mu
nitie om het vuur met 2 stukken te kunnen onderhouden) in
reserve gehouden.
Vervolgens werd het vuur op Poelau-Tengah overgebracht,
waarna de vluchtelingen uit Doesoen-Baroe naar deze kampong
met kartetsen onder vuur werden genomen. Het stuk werd
daartoe een weinig naar rechts verplaatst. Het vuur werd na
2 kartetsschoten gestaakt, om de infanterie, die zich op de borst
wering bevond, niet te treffen en vervolgens weder op Poelau-
Tengah overgebracht, uit welke kampong vuur werd terug
ontvangen.
Na 5 G. schoten werd het vuur op bekomen last gestaakt,
waarna om 8 uur de terugmarsch naar Lempoer-Semerap werd
aanvaard.
In het geheel waren dien dag verschoten 84 G., 63 G.K.
en 2 K.
In den nacht van den 9den op den lOden Augustus werd de
munitie aangevuld tot 44 G., 90 G.K. en 22 K.
De voorgenomen aanval op Poelau-Tengah op den lOden Augus
tus ging niet door, daar de depaties hunne onderwerping kwa
men aanbieden.
Dien dag ontstond, bij het houden van een militairen marscb
door het kampong-complex Poelau-Tengah, tijdens de rust in die
kampong bij het doorzoeken van huizen, een gevecht, waarbij
een Eur. korporaal der Artillerie licht verwond raakte. Des
namiddags te 5 uur was de sectie in het bivak terug.
De artillerie had last gekregen den volgenden morgen gereed
te zijn voor den afmarsch naar Sandaran-Agoeng, waarheen den
12en Augustus werd gemarcheerd.
Daar voldoende dragers beschikbaar waren, werd dragende
gemarcheerd, hoewel op enkele bruggen na de wegen geschikt
waren voor getrokken vervoer.
In den aanvang werd op reglementaire wijze gedragen, doch
daar dit te lastig bleek werd overgegaan tot het dragen van
voorstuk en kanon door 4 dragers met 2 man als aflossing, waar
door de dwangarbeiders om beurten het zwaarste gedeelte van