13 den beschikt, werd deze munitie verpakt in 8 draagbare muni tiekisten als bij de bergartillerie in gebruik, welke elk door 2 dwangarbeiders aan een pikolan werden gedragen en geen opont houd veroorzaakten; in moeielijk terrein bleek het evenwel noodig bij elke munitiekist een dwangarbeider voor aflossing in te deelen. De observatieladder der bergartillerie is op den 7den en den 9den Augustus in de eerste stelling voor de waarneming ge bruikt en voldeed goed. Munitie en Uitwerking. In het geheel zijn verschoten 125 G., 63 G. K. en 2 K. Daar de granaten, in verband met de stevige houten omwan- ding der huizen en de dekking daarvan met sirappen, geen brand konden stichten, zou het wenschelijk zijn geweest, indien over brandprojectielen had kunnen worden beschikt. Daar het niet wel mogelijk werd geacht aan de tegenwoordige G. meer brandstichtend vermogen te geven zonder aan de springwerking te kort te doen, werd voorgesteld brandprojectielen in te voeren, ter vervanging van het halve aantal kartetsen 1). Voor zooverre dit kon worden waargenomen, zijn den 7en Augustus slechts 4 G. niet gesprongen. Van de op den 9en Au gustus verschoten granaten kon niet met zekerheid worden ge zegd, dat ze alle zijn gesprongen. Dit was wel volgens den al- gemeenen indruk het geval, hetgeen ook overeenstemt met de waarneming door een officier der infanterie, die in de kampong kon kijken. De meeste G. K. werden met verlengde tempeering van 100 M. verschoten, met het doel, daarvan, na het doorboren of het afkammen van de dekking, springuitwerking achter deze te verkrijgen. Volgens mededeeling van een officier der infanterie, die dit heeft kunnen waarnemen, zijn de meeste dezer G.K. in de kam pong gesprongen. Van de uitwerking op Doesoen-Baroe was weinig met zeker heid te zeggen, daar al de huizen in deze kampong zijn ver- Reeds sedert geruimen tijd zijn proeven met brandprojectielen tot 7 ell. A. aan hangig; door het kleine kaliber worden echter nog bezwaren ondervonden. D. Y. O.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 123