B. ALGEHEEM RAPPORT OJ1TREHT RE YERRK IIHNGEN VAM
HET DETACHEMENT GENIETROEPEN.
I. Sterkte van het detachement.
Deze bedroeg één sectie onder commando van een kapitein,
waarbij aan administratief kader een fourier,
een telegraafdeeling sterk: 2 sergeanten, 2 korporaals en 2
soldaten telegrafist,
1 korporaal telegrafist beheerder van den veldparkvoorraad.
Voorts waren aan het detachement toegevoegd twee genie
werklieden (timmerman) en als vasten trein 100 dwangarbei
ders met 5 mandoers; de dwangarbeiders werden evenwel van
af den aanvang der expeditie toegevoegd aan den algemeenen
trein, om alleen op aanvraag bij de genietroepen te worden in
gedeeld.
Gedurende de expeditie bleek versterking banoodigd te zijn
met een gegradueerd geniewerkman (timmerman) en 3 geniesol
daten telegrafist.
Het verlies bedroeg 4 aan gesneuvelden en 20
aan geëvacueerdendeze laatste verliezen traden in hoofdzaak
eerst in tegen het einde der expeditie, waardoor aanvulling niet
nooding was.
II. Duur der Expeditie.
Het detachement ontscheepte den 12den Mei 1903 te Pasir
Ganting; den 4den September d.a v. werd de expeditie ontbonden.
De genietroepen bleven daarna te werk gesteld aan de verbete
ring van de communicatielijn TapanKorintji om zich na afloop
daarvan den 14den October wederom in te schepen te Pasir
Ganting.
Bijl. 17 2