26 ken, werd in 2 uur tijd een jukbrug geslagen van 20 Meter lengte, waarna de aan den anderen oever opgeworpen verlaten loopgraven werden opgeruimd. Daarna werd over de rawah nog een sehraagbrug geslagen van 25 Meter lengte. Na bet gevecht bij Hiang trok de colonne over de gemaakte bruggen terug. Den 13den Juni werd door een klein detachement in plaats van de in der haast geslagen jukbrug een soliede sehraagbrug gebouwd. Den 14den Juni werd deelgenomen aan een tocht naar Hiang Tinggi, waaromtrent niets bijzonders te vermelden valt. Den 18den Juni werd werd opgerukt naar Sendaran Agoeng, den volgenden dag naar Djoedjoen, waar een bezetting achter bleef en het gemis aan gewapend draad noodzaakte, ten koste van veel tijd en arbeid, de Kampongpagger tot engere grenzen terug te brengen. Den 19den Juni begaf de colonne zich op weg naar Lempoer. Aanvankelijk bij de hoofdcolonne ingedeeld, werden de genietroe pen al spoedig aan de voorhoede toegevoegd voor het opruimen van hindernissen van liggende boomstammen op den weg. Toen later de voorhoede in gevecht raakte, gingen de genietroepen weer naar de hoofdcolonne. Zij werden bij den nu volgenden aanval op de kampong Lolo ingedeeld bij de afdeeling, die den hoofdaanval ondernam op het westelijke deel der kampong, ter wijl een detachement van 4- man werd toegevoegd aan een pelo ton infanterie, dat den rechterflank aangreep. De werkzaamhe den der genietroepen bepaalden zich in hoofdzaak tot het verwij deren van hindernissen gedurende den opmarsch toe de kampong, het kappen van de Daggers, die aan de oostzijde bestonden uit. een dubbele afsluiting met tusschengelegen sloot, en het werpen van eenige handgranaten. De genietroepen leden geen verliezen. Na het gevecht werd in de kampong verzameld, uitgerust en vervolgens opgerukt naar Lempoer, dat tegen het invallen der duisternis bereikt werd en verlaten bleek te zijn. Dien nacht werd in Lolo gebivakkeerd en den volgenden dag teruggemarcheerd naar Djoedjoen; bij dezen marsch verbeterden de genietroepen den weg door de rawah middels bamboe en peloepoehwanden, afkomstig van albraak van sawah pondoks. Den 21 Juni keerde de colonne te Rawang terug.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 136