35 bij hangkabelbruggen, het petardeeren en het aanbrengen van -springladingen, werd de arbeid uit den aard der zaak door de geniesoldaten zelf verricht. De 2 geniewerklieden (timmerman) bewezen zeer goede dien sten voornamelijk bij den bouw van de bivaks, waar hun zoo veel mogelijk alle timmerwerk werd opgedragen, als ook bij de ■confectie van de jukken voor de hangbruggen. De telegraafafdeeling legde in dit moeilijk terrein groote be drevenheid in het slaan van lijnen aan den dag. Waar de telegrafisten niet voor den telefoondienst noodig waren, werden zij steeds bij de andere werkzaamheden inge deeld. Het mag dus een groot voordeel worden geacht, dat van ■de telegrafisten steed ook geoefendheid in de andere technische werkzaamheden der genietroepen gevorderd wordt. b. Opmerkingen omtrent bet materieel. Ie. Gereedschap van den man. Hieromtrent viel niets bijzonders op te merken. Na afloop der expeditie was het geheel versleten. 2e. Reserve uitrusting. Yan de kisten en pakken der reserve-uitrusting wegen de meesten ongeveer 20 K.G. 1). Dit gewicht was in bet zeer geaccidenteerde en moeilijke terrein van Tapan naar Kota Limau Saring te zwaar voor een eenmans- vracht voor dwangarbeiders. Er moesten dan ook voor het ver voer der kisten sterkgebouwde dwangarbeiders worden uitge kocht en dan nog moest er op de noodige aflossing gerekend worden; voor de pakken was het bezwaar geringer, daar deze gemakkelijk wat lichter gemaakt konden worden. Bij de intendance werd als eenmansvracht aangenomen 18 KG. ■en werden colli's van 20 KG. zware eenmansvrachten genoemd; in verband met het moeilijk terrein werden hier de vrachten nog dikwijls aanzienlijk minder n 1. slechts 15 a 16 KG. genomen. Het is een groot bezwaar, dat de vrachten der reserve-uit rusting zoo veel zwaarder zijn, te meer, daar ze in alle om standigheden de sectie moeten kunnen volgen. Natuurlijk zal 1) Kist .No. 2 weegt 25 K.G., de draaislijpsteen ook 25 K.G., de bak tot draaislijp- «teen 24 K.G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 145