71
of als ongehuwde een of meer gewettigde kinderen ten hunnen
laste hebben), zoolang zij geen vergunning hebben bekomen, om
zich door hun gezin te doen volgen, wordt toegekend eene toelage,
bedragende voor de officieren f 85.— (vijf en tachtig gulden) en
voor de onderluitenants en onderofficieren 30.— (dertig gulden)
's maands en zulks ingaande de maand van aankomst bij de
detachementen en eindigende de maand van vertrek naar elders
met dien verstande, dat, bijaldien de hiervoren bedoelde ver
gunning voor dien tijd gevraagd of ongevraagd wordt verleend,
de toelage ophoudt van en met de maand, volgende op die, waarin
het gezin ter plaatse aankomt of naar het gevoelen van den
militairen Commandant van Sumatra's Westkust had kunnen
aankomen,
3e. dat door de sub 1 genoemde personen v. z. n. zij daarop
recht hebben, huishuurindemniteit zal worden genoten als voor
een garnizoen tweede categorie bij het militair tarief No. 36
(Staatsblad 1878 No. 306) is vastgesteld, met dien verstande
nochtans, dat de gehuwde of met gehuwden gelijk te stellen
rechthebbenden de voor hun rang of graad vastgestelde huis
huurindemniteit zullen genieten voor het garnizoen, waarin het
gezin is achtergebleven of zich nader vestigt, dan wel indien
de plaats van vestiging geen garnizoensplaats is, voor het naast-
bijgelegen garnizoen, zullende de plaats van verblijf van het
gezin (hetzij bij de eerste of nadere vestiging dan wel bij ver
huizing) moeten blijken uit een door de eerste civiele plaatse
lijke autoriteit af te geven verklaring, terwijl zij, wier gezin
buiten Nederlandsch-Indië verblijf houdt, de voor hun rang of
graad voor garnizoenen der 3de categorie in voornoemd militair
tarief No. 36 vastgestelde huishuurindemniteit zullen genieten.
Ten tweede: Den Commandant van het Leger en Chef van
het Departement van Oorlog in Nederlandsch-Indie te machtigen
om zonder nadere goedkeuring der Regeering de noodige schik
kingen te treffen omtrent de regeling der verpleging enz. der
colonnes, gewapende detachementen en daarbij ingedeelde dwang
arbeiders en vrije koelies, welke als gevolg van de afsluiting
van het in par. 1 van artikel 1 van dit besluit genoemd verkeer
zullen uitrukken ter ondersteuning der politie of tot het bege
leiden van bestuursambtenaren, tot dekking van opnemers en