121
zondheidstoestand zou aldaar een ziekenzaal le klasse met één
Officier van Gezondheid en hospitaalpersoneel volgens formatie
benevens 4 dwangarbeiders gevestigd blijven, terwijl verder
voorloopig moesten beschikbaar zijn twee Europeesche en twee
Inlandsche of Amboineesche ziekenverplegers vertegenwoordi
gende twee verbandgroepen, om bij eventueel uitrukkende colon
nes te worden ingedeeld en tevens te dienen ter begeleiding van
zieken, die geëvacueerd moesten worden.
Het veldhospitaal te Kota Limau Saring en de veldziekenzaal
te Tapan zouden worden opgeheven en de apotheek zou worden
verplaatst naar Sendaran Agoeng.
Tntusschen had de Officier van Gezondheid te Tapan gemeld,
dat te Peradontinggi gevallen van beri-beri zouden voorkomen,
één zelfs met doodelijken afloop.
Bij een ter plaatse gehouden onderzoek leek het zeer twijfel
achtig of hier werkelijk beri-beri in het spel was, voorzichtig
heidshalve echter werden eenige voorstellen gedaan o.a. tot
betere ventilatie van het logies, terwijl er op werd aangedrongen,
de patiënten vooral spoedig van den post te evacueeren en in
de ziekenzaal ter observatie op te nemen.
In afwachting van de beslissing tot opheffing van de expeditie
en om de ontbinding geen vertraging te doen ondervinden,
werd besloten alle eenigszins vervoerbare gewonden zoo spoedig
mogelijk naar Tapan te doen overbrengen, dit vooral om nog
van het groote aantal aanwezige dwangarbeiders bij het transport
gebruik te kunnen maken en de gewonden vóór het vertrek dei-
troepen naar Padang te kunnen evacueeren. De toestand der ge
wonden was van dien aard, dat er tegen het transport geen over
wegende bezwaren bestonden; alleen één gewonde met schot van
het rechter bovenbeen en verbrijzeling van het dijbeen moest in de
ziekenzaal te Sendaran Agoeng achterblijven, daar de consolidatie
begon op te treden en rust noodzakelijk was. Te voren was
personeel voor de ziekenzaal te Sendaran Agoeng en ter be
geleiding van de eventueel terugkeerende troepen ingedeeld
en waren voorloopig drie Officieren van Gezondheid aangewezen
om in Korintji achter te blijven.
Den 4en September vertrokken 8 gewonden per prauw over het
meer naar Kota-toea, de overigen gingen te voet derwaarts met 55