18-5 Kolonel der Infanterie Gr. J. H. Bruijnis, aan wien als adjudant wordt toegevoegd de luitenant adjudant van het 17de Bataljon Infanterie. De kapitein van den Generalen Staf H. L. Bense zal als chef van den staf optreden. Artikel 3. De met de, voorshands door de Regeering gehandhaafde, af sluiting van het verkeer tusschen de landschappen Korintji en Serampas met de Westkust belaste detachementen zijn ter be schikking van den commandant der troepen om eventueel ook voor andere dan afsluitingsdiensten te kunnen worden gebezigd. Artikel 4. De aanrakingen met Noord Korintji (Selapan Halai Kain) zijn voorshands opgedragen aan den Gouverneur van Sumatra's West kust, die een ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur aanwijst om de troepen in dit landschap te vergezellen. Artikel 5. De aanrakingen met Zuid Korintji (Tiga Halai Kain), Serampas en Soengei Tenang zijn voorshands aan den Resident van Pa- lembang opgedragen. De Commandant der troepen in Noord Korintji is, met inacht neming van het bepaalde in den aanhef van punt b van artikel 1 hiervoor, gehouden in het algemeen zooveel mogelijk samen te werken met de troepen, die van uit Djambi in Zuid Korintji zullen optreden. Artikel 6. De Commandant der troepenmacht is ondergeschikt aan den Commandant van Sumatra's Westkust, wordende deze troepen macht beschouwd als op te treden in diens gewest. Artikel 7. De troepen nemen hunne volle velduitrusting aan munitie mede naar Tapan. Op last van den Commandant der troepen kan echter een gedeelte te Tapan of op de étappeposten worden opgelegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 241