13
Doorloopend nummer
van het vuur.
Vuurmond.
Projectielsoort.
Aantal schoten met in
begrip van inschieten.
Aantal daarvan gedaan
in snelvuur.
Aantal granaatkartet-
sen in schoksteliing. j
Omschrijving
van het
doel.
Uitwerking.
Aanteekeningen.
6
Kanon van 7 c.M. L/14 op k. t. 1. affuit.
G.
20
Een inlandsche
benteng op 700 M.
Borstweringdikte
2 M. Daarachter
staande en knielen
de schutters.
Een geul ge
vormd tot op 0,5
M. van het bin-
nentalud, 0,5
M. diep. Geen
treffers achter
de borstwering.
7
St. G.
20
Als voren.
Een doorloo-
pende geul ge
vormd van 0.5
M. diep. Ver
nielende uit
werking tegen
schutters achter
de borstwering.
De schijven wa
ren vernield, zoo
dat het aantal
treffers niet kon
worden opgeno
men.
8
Kanon van 7 c.M. L/28 op V. S. affuit.
G. K.
39
24
9
Een compagnie
infanterie op 3000
M., als bij vuur 1.
Getroffen 23
schutters door
204 kogels, 3 vol
le projectielen,
5 scherven en
18 matte kogels
over een breedte
van 39 M
9
Oefenings G.
20
Een sectie veld
artillerie, als bij
vuur 3, op 3000 M.
Een treffer in
schild.
Doel van het
vuur was als bij-
vuur 3.
