6 ure slechts zulk een gering aantal paarden konden worden gekeurd. 24 April. Voortzetting der keuring te Rivingstone. Voorgebracht werden 30 paarden, van welke goedgekeurd 13 trekpaarden. Het gehalte dezer was aanmerkelijk beter dan dat der rijpaarden; bijna zonder uitzondering liet het beenstelsel weinig of niet te wenschen over; de overige 17 moesten dan ook voornamelijk worden afgewe zen wijl ze niet beantwoordden aan de eischen van leeftijd en bouw. Gaarne had de commissie ook wat meer „bloed" voor deze paarden ge- wenscht, echter in dit geval zou zij wat al te veel op het beenwerk hebben moeten toe geven, reden waarom het den leden meer wen- schelijk voorkwam het eerste aan het laatste op te offeren. Nog denzelfden dag werd, in den namiddag, (4 ure) van Rivingstone over Sijdney afgereisd naar Maitland, waar we des avonds ten elf ure aankwamen. 25 April. Bezoek aan de paardententoonstelling te Mait land, ten einde te trachten fokmerries en troe penpaarden te koopen. Het resultaat was even wel nul, daar onder de tentoongestelde dieren geen enkel was, dat aan onze eischen beant woordde. 26 April. Keuring te Maitland van 19 door den Heer Kiss ons voorgebrachte poneys, welke echter alle voor het wapen der Cavalerie en Artil lerie moesten worden afgekeurd. Denzelfden dag werd weer afgereisd naar Rivingstone, waar we des avonds ten 9 ure aankwamen, om op: 27 April het geneeskundig onderzoek van de op 23 en 24 April voorloopig goedgekeurde paarden, te doen aanvangen, met het resultaat, dat geen enkel voor bijzondere ziekten of gebreken moest worden afgewezen. Alhoewel dit veel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 264