22 Daar blijkens telegram van den Commandant van het Leger dd. 11 Juli 1906 nog 2 fok- merries voor het Departement van Landbouw moesten worden aangekocht, werd Dog den zelfden namiddag gekeurd de merrie, waarvan sprake op bladzijde 2 en 3 hiervoren. Daar we, ten spijt van alle daartoe aangewende po gingen, nergens behoorlijke merries konden machtig worden, en de Heer Kiss daartoe voorloopig ook geen kans zag, besloot de Com missie eenstemmig dit dier aan te koopen (prijs 65 guineas) en dat wel uit overweging, dat we hier met een zeer fraaie merrie te doen hadden, (op de tentoonstelling te Sydney was ze met den eersten prijs bekroond), die reeds op zeer jeugdigen leeftijd zwaar werk had moeten doen en dat ieder gewricht, hoe krachtig overigens gebouwd, door vroegtijdige en overmatige arbeid in meer of mindere mate tot ziekte hier spat van de samenstellende deelen voorbeschikt is. De pedigree zal ons nader door den Heer Kiss worden toegezon den. Met dezen is overeengekomen de nog ontbrekende merrie naar Batavia op te zenden daar hij volkomen met het doel en onze in zichten ten deze bekend is. 13 t.'ra 16 Juli. Verbleven te Sydney. 17 Juli. Des avonds te 6 ure vertrokken naar Riving- stone ten einde uit een 50 daar bijeengebrachte paarden het nog ontbrekende aantal uit te zoeken. 18 Juli. De kwaliteit der dieren over het algemeen- was verre van goed; onder deze bevonden zich zelfs tal van paarden, die reeds duidelijk in meer of minderen graad de kenteekenen van versletenheid droegen, vooral wat betreft de kogel gewrichten. Om die reden konden er slechts worden aangekocht 23 rijpaarden en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 280