29 gekomen, van het speciaal fokken van deze geen bijzonder werk wordt gemaakt. Echter in aanmerking nemende het gering aantal dat ons leger jaarlijks behoeft, zal men in deze voor de toekomst op geen moeilijkheden stuiten, bijaldien men aan de lengte van rug en len denen geen al te hooge eischen stelt. Indien men met betrekking tot dit punt onze muildie ren eens aan een nauwkeurig onderzoek zou willen onderwerpen, zal men ervaren, dat het meerendeel van deze allesbehalve begiftigd is met korte rug en lendenenhet tegendeel is veeleer waar. Minder gunstig is het oordeel der commissie over de aangekochte rijpaarden. Ongetwijfeld, onder deze bevinden zich een groot aantal (ca. 100) deugzame, zelfs fraaie exemplaren, die in ieder leger een goed figuur zouden ma ken, maar daarnaast staan even zoovele mid delmatige, het gehalte van het gewone troe penpaard niet overschrijdende. Als eisch werd door haar hoofdzakelijk ge. steld een dier met een goed ontwikkeld been stelsel en een weinig bloed, zijnde alleen dit het slag, waarvan men behoorlijke diensten kan verwachten. Geheel onbekend met den paardenstapel in Australië en vermeenende dat een voldoend aantal aan bovenstaande eischen beantwoor dende te verkrijgen zou zijn, heeft de Com missie aan deze vastgehouden tot op den 28en Mei, zijnde de datum, waarop ze in de ver schillende streken van Australië genoeg had gezien (ca. 800 stuks waren ons reeds voor gebracht geworden) om, in verband met de mededeelingea ter zake van den Heer Kiss en van andere mannen van gezag op dit gebied, tot de erkentenis te moeten komen, dat, wilde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 287