32 aandringen op steun en leiding van de zijde der Regeering, door bijv. goede hengsten ter beschikking te stellen van de kleine fokkers en deze door deskundigen te doen voorlichten, terwijl het land zelf voor de paardenteelt bij uitstek gunstig is. Dat ondergeteekenden in dit weinig gunstig oordeel aangaande Australie's paardenstapel niet alleen staan, moge blijken: le. uit de omstandigheid, dat men ook in het En- gelsch-Indisch Leger daarover allesbehalve te vreden is, zóó zelfs, dat kort geleden eene commissie, bestaande uit een kolonel en een paardenarts, den aankoop op een gegeven oogenblik hebben gestaakt; 2e. uit de hierbij gaande bijdrage van den in specteur over den burgerlijken veeartsenij- kundigen dienst, den Heer J. D. Stewart, die op bladzijde 3 op eenigszins bedekte, maar toch duidelijke wijze den fokkers hun hoofdfout onder het oog brengt. Tevens kan men daaruit ontwaren, dat destijds ook door de Engelsche Commissie een groot aantal paarden werden afgekeurd, voor namelijk wegens fouten in den bouw en een te licht beenstelsel. Batavia, den 29 Augustus 1906. De Commissie (w. g.) De Lannoy, president (w. g.) Hoogkamer. (w. g.) Brewer j (^m)-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 290