19
Van de granaatkartetsen werden onderzocht de doorslagkracht
der kogeltjes, de uitwerking met buis in schokstelling tegen
borstweringen en daarachter geplaatste doelen en tegen muren^
hare geschiktheid om de kartets te vervangen en de rook
ontwikkeling in het springpunt.
Bij het vuren op korten afstand tegen een borstwering bleek,
dat de granaatkartets alvorens te springen even diep indringt als
de brisantgranaat, doch dat de springwerking daarna, vermoe
delijk als gevolg van het werken van de springlading in één rich
ting en de gunstiger vorm der springstukken (kogeltjes), meer
uitwerking belooft tegen doelen achter de borstwering. Deze uit
werking is echter zeer plaatselijk. Op korten afstand worden
borstweringen van 1.5 M. bij het schieten met 7 c.M. L/28 en
van 1 M. met 7 c.M. L/14 geheel doorgeslagen en de daarachter
staande doelen door de kogeltjes getroffen.
Bij het schieten tegen muren bleek ook bij de granaatkartets,
dat het projectiel vóór of in den muur springt en daarin een gat
slaat, afhankelijk van den aard van het metselwerk.
Nu en dan werden kogeltjes in het gevormde gat teruggevonden.
Om te onderzoeken in hoeverre de G. K. geschikt is om de kar
tets te vervangen, werd met verschillende kleine tempeeringen
geschoten tegen op 250 en 300 M. geplaatste schijven. Hierbij
bleek, dat de doorslagkracht, ook bij de grootere intervallen, vol
doende was om paarden en menscben buiten gevecht te stellen
en dat bij eene tempeering van 0. 7 voldoende uitwerking gewaar
borgd is tegen doelen tot op minimum 100 M., doch dat beneden
de 100 M. geen voldoende stormvrijheid kan worden verkregen,
omdat bij kleinere tempeering dan 0.7 gevaar bestaat voor het
springen van het projectiel in den vuurmond.
Daarom werd nagegaan of hierin kon worden voorzien door de
G. K. met de buis in schokstelling op korten afstand voor den
vuurmond tegen den grond te schieten. Het bleek, dat het zeer
moeielijk is den aanslag op de juiste plaats te brengen, en dat
de uitwerking te veel afhankelijk is van een gering verschil in
opstuitingshoek in verband met kleine terreinverhevenheden.
De G. K. kan dus de kartets niet onder alle omstandigheden
vervangen.