22 Uit het verkennend gevecht, door het 1ste en 2de bataljon geleverd en uit de berichten van verkenningspatrouilles is ge bleken dat de lijn van weerstand zich uitstrekt ongeveer van af de Toltot aan den Z. rand van het Konijnenbosch. De verdediger beschikt over artillerie waarvan noch de sterkte, noch de opstellingsplaats bekend zijn. Yan pogingen tot offensief optreden is niets te bespeuren. Was tot dusver een voorzichtig optreden geboden in ver band met de onbekendheid met 's vijands voornemens en den defensieven aard der opdracht, thans, nu omtrent den toestand bij de tegenpartij meer inzicht is verkregen, dringt de nood zakelijkheid van een krachtig offensief zich naar voren. Immers, zoolang de Heidorper hoogte op 4 K. M. afstand gelegen van de brug bij O. nog in 's vijands bezit is, bestaat er voor de overtrekkende troepen voortdurend gevaar dat zij ge durende den overtocht met artillerievuur verrast zullen worden. De overtocht zal omstreeks 12 uur aanvangen, zoo eenigszins mogelijk moet daarom vóór dien tijd de vijand van de Hei dorper hoogte verdreven zijn. De Alg. B. besluit daarom den aanval met kracht door te zetten. Zoowel wegens den toestand van het terrein als terwille van het verband met de eigen troepen, belooft eene omvatting van 's vijands Z. vleugel de meeste voordeelen. Een macht van 2 bataljons is hiertoe beschikbaar. De aanval zal gedeeltelijk uitgevoerd moeten worden over open terrein. Een groote moeilijk heid is bovendien hierin gelegen, dat betreffende de verdedigende artillerie, nog zoo goed als niets bekend, en de gevechtskracht daarvan nog ongeschokt is. Beschieten van de verdedigende artillerie waarvan men de plaats op dit oogenblik alleen ver moeden kan, zou met munitieverspilling gelijk staan, wachten op berichten van uit te zenden artilleriepatrouilles zou te veel tijd vorderen en hoogstwaarschijnlijk toch geen bevredigende uitkomsten geven. Het eenige middel is: door uitvoering van den aanval de verdedigende artillerie te voorschijn te brengen en haar dan tot zwijgen te dwingen. Gelijktijdig moet de aan val worden ondersteund door de verdedigende infanterie met artillerievuur in bedwang te houden. De beschermende en onder steunende taak der artillerie treedt hier te voorschijn. Maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1908 | | pagina 344