22
opwaarts tot een maximum van 23° en afwaarts tot 25°, ter
wijl bovendien tal van slooten, zoowel in rechte als in schuine
richting, over en door gereden zijnterrassen tot een maximum
hoogte van 1 M. werden opgereden, en langs terrassen van
diezelfde hoogte werd afgedaald. Verder werden de stukken
en caissons meermalen in bouwland en tegen hellingen door
de bespanningen of door de bedieningsmanschappen in batterij
gebracht en over aanzienlijke afstanden met handen verplaatst.
Bij de vergelijkende rijproeven tusschen V.S. en K.T. ma
terieel werd in 36 proefmarschen een afstand van 742 K.M.
afgelegd.
De volgende punten werden bij de proef nagegaan:
Punt I. Invloed van het gewicht en de stabiliteit van het geheel
uitgeruste stukmet en zonder opgezeten manschappenbij hel vervoer
met de bij de veldartillerie in gebruik zijnde inheemsche paarden.
Door weging van de geheel uitgeruste stukken, zijn de vol
gende uitkomsten verkregen
7 c.M. L/28 V. S1239 K. G.
7 c.M. K.T. zonder schild1271.5
7 c.M. K T. met schild1372 n
caisson1239.—
terwijl het gewicht van het geheel uitgeruste
stuk van 7 c.M. L. A. bedraagt1187.—
De commissie deed de ervaring op, dat er geen bezwaar be
staat het tot dusverre voor Indië als maximum beschouwd ge
wicht van 1190 K.G. te overschrijden; er kon zelfs bij een
gewicht van 1372 K.G. (7 c.M. L/28 K.T. met schild, zonder op
gezeten manschappen) gedurende de rijproeven geen meerdere
vermoeidheid van de paarden geconstateerd worden.
In aanmerking moet echter worden genomen, dat de voer
tuigen van het snelvuurveldgeschut wèl, die van het tegenwoor
dige veldgeschut niét van paardenspaarders zijn voorzien ge
weest, zoodat, indien het waar is dat het gebruik van paar
denspaarders 20% hooger voertuiggewicht toelaat, het boven
staande ruimschoots verklaard wordt.