30
werd veroorzaakt door het feit dat de aanvallende infanterie
onzichtbaar werd.
Toen de linker sectie der 2de batterij in de Duinen het vuur
opende op de blauwe sectie bij is dit door den Art. Ct. al.
daar gezien. Yan de roode sectie blijken, nu door het vuurde
aandacht op de juiste opstellingsplaats gevestigd wordt, de
bovenschilden gedeeltelijk zichtbaar te zijn. Er biedt zich voor
de indirect richtende artillerie van den verdediger eene gunstige
gelegenheid aan, om deze sectie van den aanvaller te bestrijden.
Nog tijdens het snelvuur, dat de sectie in de Duinen op
de blauwe artillerie afgeeft, ontvangt de roode sectie G. K. T.
vuur van af eene onbekende opstelling. Hoewel geen materieele
verliezen worden veroorzaakt, heeft dit vuur echter tengevolge
dat de juistheid van de bediening der roode sectie er door wordt
verminderd. Na een snelvuur met G. K. T., gaat de blauwe
artillerie over tot langzaam vuur met G. K. T. S., daarna met
G. De schoten vallen steeds dichter bij de roode stukken. Een
voltreffer tegen het onderschild stelt het linkerstuk voor goed
buiten gevecht en doodt het grootste deel der bediening, ter
wijl een projectiel dat zeer dicht naast het rechterstuk aanslaat,
een rad van den vuurmond gedeeltelijk verbrijzelt en de be
diening voor de helft buiten gevecht stelt.
Intusschen zijn de tirailleurs van de eerste linie der aan
vallende bataljons op pl. m. 1200 M. van het Konijnenbosch
genaderd en ontvangen zij infanterievuur.
Bij de blauwe partij is, toen de aanval op den Z. vleugel
zich teekende, door den Alg. B. aan den Art. C. order ge
geven één sectie der indirect richtende batterij met directe
richting bij l op te stellen, teneinde bij het afslaan van den
aanval behulpzaam te zijn.
Om 1219 is de toestand als volgt:
Roode partij.
I en II
y-R-y- liggen met tirailleurlinieën op 8 a 900 M. van den
vijand, zonder dat het vuuroverwicht blijvend verkregen kan
worden.